Wie bent u of aan wat of aan wie ontleent u uw identiteit? Als we iemand ontmoeten zijn we vaak in de eerste plaats geïnteresseerd in de maatschappelijke omstandigheden. Vragen als waar woon je, wat doe je, ben je gehuwd en heb je kinderen of heb je nog vakantieplannen dienen om een kijkje te krijgen in iemands status en misschien zelfs te bepalen of diegene onze belangstelling waard is. Of hij of zij wel van ons “niveau” is, vaak ook worden wij beoordeeld naar onze omgang dus dan moet die ander wel voldoen aan onze (vermeende) maatschappelijke status. Hij moet iets toevoegen maar in ieder geval niet iets afdoen aan onze eigendunk. Zouden wij de arme Lazarus uitnodigen voor het eten in bijzijn van onze vrienden en hen vergasten op zijn armoe en zweren? Of toch ook maar liever niet?
Ach ik maak me geen illusie over mezelf, ook ik zou wellicht aarzelen om een bord bij te zetten voor Lazarus en het liever aan hem geven in een doggy-bag. Wel weet ik zeker dat ik me daar behoorlijk schuldig over zou voelen dus dan toch maar aanschuiven? Wat zou u doen?
Het is, zoals Jezus zegt, niet zo moeilijk (en natuurlijk niet verkeerd) om goed te zijn voor vrienden, voor de eigen gelijkgestemde kring, maar het wordt vaak een ander verhaal als die ander niets heeft om terug te geven, geen vriend is en ook niet gelijkgestemd. Als die ander arm, depressief, ziek is of sterven gaat. Wie gaat er dan mee en wie haakt af? Is daar nog eer aan te behalen?
Wij zijn vaak zo gespitst op uiterlijkheden dat we vergeten dat God daar helemaal niets mee heeft. We komen op de wereld met lege zakken en in ons doodshemd zitten ook geen zakken. We kunnen niets meenemen van alles wat we vaak zo belangrijk vinden, het enige dat we wel meenemen is dat wat leeft in ons hart, onze (naasten)liefde. Onze liefde voor God in Jezus en onze liefde voor de naasten en dan nog het meest voor de minste daaronder, want wat we aan hen doen doen we aan Jezus Zelf.
Vraag is dan natuurlijk wie zijn die minsten? Dat zijn zij die niets in handen hebben behalve een gebroken leven, waarbij de slogan “eigen schuld, dikke bult” voor ons geen criterium dient te zijn. God kwam in Jezus naar ons toe en heeft dat criterium ook niet gehanteerd. Als Hij dat wel had gedaan zouden wij dan gered zijn geworden? Wat denkt u?
Onze identiteit ligt in die verlossing, wij zijn door geloof in Jezus kinderen van God, waarbij het niet uitmaakt wat ons bezit of onze status werelds gezien is. Daarin kunnen wij roemen en daarvan dienen wij te getuigen met woorden maar zeker ook met daden. Het heeft geen waarde om tegen Lazarus of hoe ze ook mogen heten te zeggen “je moet goed eten hoor” als je hem niets geeft of “je moet naar de dokter gaan” als de dokter hem al heeft afgeschreven, als je tegen iemand die niets meer heeft dan tranen zegt “je moet flink zijn”.
Wie wij zijn wordt bepaald door de liefde die wij, in navolging van Christus, aan een ieder die op ons pad komt betonen. Daarin kunnen we behoorlijk gekwetst worden maar dat is geen reden om het na te laten. Onze gekwetstheid kunnen wij brengen bij Hem die ook Zelf zo gekwetst werd.
Straks zullen wij wegdragen wat wij in ons lichaam (ons werelds leven) hebben gedaan hetzij goed hetzij kwaad (II Kor 5:10). Stel Hem niet teleur uit valse schaamte of om de wereld te behagen, de wereld is niet te behagen, God wel!