Een kleine jongen van acht stond voor een schoenwinkel en staarde naar de mooie schoenen in de etalage. Hij liep zelf op blote voeten en bibberde af en toe in de kou van oktober. Een keurig geklede dame vroeg hem waarom hij zo naar die schoenen keek. "Ik heb God gevraagd of Hij mij een paar schoenen wil geven", zei hij. De dame pakte hem bij de hand en samen gingen ze naar binnen. Ze vroeg in de winkel om vier paar sokken voor de jongen en ook een bak water, zeep en een handdoek. Ze nam de kleine jongen mee naar achteren, deed haar handschoenen uit, knielde bij het knulletje neer en waste z'n kleine voetjes, waarna ze die afdroogde met de handdoek. De bediende kwam inmiddels met de sokken. Ze vroeg het jongetje welke kleur hij het mooist vond en toen kocht ze ook een paar schoenen. Nadat ze had betaald, gaf ze hem de overige paar sokken en zei: "Je zult je nu een stuk beter voelen" en aaide hem over zijn bol. Eenmaal buiten wilde ze weglopen, maar het kereltje pakte haar hand en keek naar haar op, terwijl tranen in zijn ogen stonden.
Hij vroeg: "Bent u de vrouw van God?"

Uit: Het Zoeklicht!
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn