Zolang een mens zich berouwvol tot Hem richt zal Hij steeds blijmoedig vergeven, ook al is Zijn hart verwond door zondige daden. Zijn hart wordt weer gezond telkens wanneer een deemoedig zondaar zich wendt tot Zijn gericht.
Als men volhoudt om aandachtig zijn fouten te belijden, dan sterven deze langzaam af. De mens zal merken dat Zijn Zon, Zijn Bron, Zijn Licht en Zijn Heil, in de mens gestort tot zijn Zieleheil, zijn taak heeft aangevat om te ontginnen. Je kunt het licht niet doven door de luiken van je huis te sluiten. Het wordt pas een donkere nacht als men de oogluiken neerlaat en men weigert te zien.
Men kan Zijn Bron niet beletten te stromen, tenzij men een dam opwerpt en zo de richting van de stroom wijzigt. Gods bron stroomt ook jouw kant op, maar jij kunt een dam opwerpen, zodat deze stroom van richting verandert, maar besef dat je daarmee Gods levend water weigert.
Maar een mens die verlangt naar Zijn Zon en Zijn Bron, naar Zijn Licht en Zijn Heil en zich vergewist en beslist zijn fouten te onderzoeken en in nederigheid tot Hem deze fouten belijdt, zal van Zijn Zon en Bron kunnen genieten, omdat hij bereid is de ogen te openen voor Zijn Licht en zich voeden wil met Zijn zijn. De levensmoeheid verdwijnt mettertijd. De klank van zijn lied is niet langer dof, maar wordt zuiver en vol lof. Als hij zich vestigt in Zijn Eeuwigheid zullen de fouten in zijn bestand verkleinen om totaal te verdwijnen.
Misschien denk je dat is onmogelijk, toch zegt de Vader dat.
Zolang jij je kleinheid in oprechtheid blijft beleven kan Hij je verder ontginnen. Het is pas als je denkt: 'Het is voor mekaar, nu ben ik volwassen in mijn geestelijke leer, dus voor mij geen zondigheid meer, daar ben ik boven gegroeid’ pas dan zul jij je verdere ontginning verwerpen. Dan wordt je broos en brokkelt je hoedanigheid, verworven door je kleinheid in Hem, langzaam af zodat er slechts een puinhoop overblijft.
Je vraagt je misschien af of je dan van onderaan opnieuw moet beginnen, helemaal vanaf de bodem alles weer opbouwen. Helemaal op eigen kracht en door eigen macht.
Het is een straf dat een mens soms denkt dat hij door eigen macht ontzettend groot kan worden. In die grootheid, die de mens zichzelf heeft toegemeten ligt geen zon en geen heil, omdat het niet ontstaan is door Zijn Licht en Zijn Bron. Daarom, blijf eeuwig klein. Ook al laat Hij je groeien in Hem ook al voel jij je zeker en vol kracht vanwege je geborgenheid in Hem, blijf nederig en klein in je gemoed.
Zijn Zon en Zijn Bron zijn in jou ontsprongen, maar denk nooit: ‘nu ben ik rijp, nu ben ik kracht’ maar blijf in Hem ten allen tijd in bestendigheid, als een welletje van de Moederbron.
Alle fouten zullen uiteindelijk verdwijnen, maar niet in deze tijd. Wees volmaakt zoals een mens volmaakt kan zijn, dan zul je eens, volmaakt zijn zoals Zijn Engelenscharen, als jij, door Hem begeleid zult binnentreden in Zijn Eeuwige thuis.
Er is een grens aan de volmaaktheid van de mens. Alleen De Ik Ben, blijft wat Hij Is en zal altijd zijn: De Ik Ben. Al het andere is vatbaar voor verandering. Ieder mens is vatbaar voor wijziging in zijn denken en handelen. Niets wat is blijft wat het is… dan Hij Die is de Ik Ben.
06.07.1994
Toon berouw en ontvang vergeving!
- Gegevens
- Geschreven door Jezmar
- Categorie: Overdenkingen
- Hits: 4608