God,
Eens had ik het vermoeden
dat U tot me sprak.
Op grond daarvan heb ik U gevolgd.
Maar nooit hoorde ik U duidelijk tot me spreken,
steeds had ik een vermoeden,
een vragen, een tasten: "Bent U dat?"

Ik twijfel en aarzel, ik hoor U niet.
Ik hoor geen stem die tot me zegt: "doe dit of dat"
Geen stem die me bedaard en kalm de wegen wijst die ik moet gaan.
Maar ik hoor steeds
de stilte van een zwijgende God.

Tot anderen spreekt U kennelijk wel,
maar dan in vreemde talen
of  in een onverstaanbaar iets.
Ook in het verleden sprak U onbegrijpelijk.
U verborg zich in braamstruiken
of achter de wolken
Hoog in de bergen en soms in de wind.
Maar U sprak.
Maar ik hoor steeds
de stilte van een zwijgende God.

Anderen horen U spreken in bomen
en horen Uw stem
in de donder van  onweer
of in suizen van wind.
Weer anderen zitten in stilte en wachten en zwijgen
en vermoeden  Uw stem in hun binnenste te horen.
Zo spreekt U.
Maar ik hoor steeds
de stilte van een zwijgende God.

Ben ik  te onrustig,
misschien te gehaast?
Is mijn leven te kort en heeft U geen tijd?
Een and're dimensie in tijdsbeleving?
In het licht van de eeuwigheid is een mensenleeftijd een te verwaarlozen periode.
Bij U is duizend jaar gelijk een dag staat ergens geschreven en in dat licht bezien spreekt u misschien dagelijks.
Maar ik hoor steeds
de stilte van een zwijgende God.

Is het voor U nog maar een paar dagen geleden
dat u door een mensenkind, Jezus, tot ons sprak.
En moeten wij, mensen, het daar dan mee doen?
Ik kan niet geloven dat later nooit meer .
Uw stem heeft geklonken.
Maar ik hoor steeds
de stilte van een zwijgende God.

Kost het U moeite om een woord te spreken?
Een enkele zin tot een mens zoals ik?
Geef ons de hoop door slechts eenmaal te zeggen:
"Wees maar niet bang".
Maar nu hoor ik steeds
de stilte van een zwijgende God.

Henny Blaak

13 augustus 2006

 

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn