God,
Onrustig, onzeker en opstandig is mijn hart
en schamperheid is mij niet vreemd
als ik denk aan U.
Toch blijf ik mijn mond tegen u openen.
Waarom zou ik niet?
U houdt mij niet tegen.
Steeds weer zoek ik u.
Wie bent u?
Bent u zo machtig dat ik u wel zoeken moet,
dwars door mijn schamperheid
en ongeloof?
Laat af.
Laat los,
zegt menigeen.
Ik zwijg en heb geen woord
laat staan iets wat een weerwoord is.
Altijd bent u aanwezig
en vecht met me,
tot ik geen adem heb en wens er niet te zijn.
Dan stel ik weer,
ja, tegen beter weten in,
mijn hoop op u.
Waarom laat ik u niet los?
U, die ik niet zie.
U, die ik niet hoor.
U, waar ik alleen naar tasten kan.
Waarom zoek ik naar u?
Zoek ik naar u opdat ik zeggen kan:
heb mij lief?
Henny Blaak
13 augustus 2006