Debora en ook Jaël vrouwen uit Israël.
Een profetesse was Debora getrouwd met Lappidôth.
Tussen Beth-el en Rama daar heeft ze gewoond.
In de tijd dat Jabin koning was van Kanaän.
Sisera was "zijn man" als krijgsoverste, van wie hij vernam,
dat die kreeg door zijn hoofd: geslagen, een pin,
door een vrouw, met de naam: Jaël, in wiens tent
hij was gevlucht en daar met een diepe zucht
in slaap viel nergens meer van weet of iets kent!
Hier wordt onttogen: zijn ziel
voor Jaëls ogen! Wat een afgang,
voor een man met deze rang Maar wat een les:
Een tweesnijdend mes is Gods Woord!
Als dat niet wordt geloofd, ook al wonen we in een oord,
waar Gods Woord wordt gehoord en hebben we heel de Bijbel
in ons hoofd dan is alles nog ijdel!
Als we niet zijn gewassen, in Christus' bloed;
dan moeten we heel goed oppassen, want satan weet ook wat hij doet!
Debora kan ook zingen Samen met Barak
haar medestrijder; zingen zij en zijn zo verspreider
van Gods eer! Als we zo beginnen
Gods heerlijkheid beminnen, zullen we in Hem overwinnen!
Debora was richteres, maar ook wel genoemd, een moeder in Israël!
Gezegend was Jaël de vrouw van Heber de Keniet.
En ziet: Ze overwon een man,
door aan hem goed te doen en toch viel hij onder haar hand.
In zijn vaderland; keek een moeder uit, toen
de strijd voorbij was; naar haar zoon, maar dan:
dan hoort ze het pas; Haar zoon; gebleven in de strijd!
Zijn dood, door een vrouw bereid! Als de Heere werkt;
wie zal het dan keren? Dat wij zo ook mogen leren,
dat Hij het is, die in de strijd sterkt. Zoals Debora, Barak en Jaël.
Ja, Hij doet het zeker wel; voor heel Zijn Israël!