Oordelen

In Matthéus 7 zegt Jezus: ‘Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt’.

Het is een belangrijke opmerking van Jezus. Belangrijk maar gelijktijdig haast onmogelijk om in zijn volledigheid te kunnen uitvoeren. Je kunt niet zonder je ervaringen, zonder je inzichten, zonder je eigen kennis, onbevangen en vrij naar de ander kijken.
Ook is elk oordeel nooit volledig omdat je maar een stukje van het geheel of van de ander ziet.

Toen Jezus destijds werd gekruisigd werd niet Zijn liefde gekruisigd. Het was geen einde; het was een nieuw begin. Zijn woorden van ongekende waarde bleven overeind. Zijn naastenliefde werd verder en verder verspreid. Maar met het verstrijken van de tijd werd ook meer en meer door mensen geoordeeld hoe naar de woorden van Jezus moest worden gekeken. Met alle goede bedoelingen ten spijt gingen mensen elkaar mondeling en ook letterlijk te lijf over hoe je de woorden van Jezus “Heb je naaste lief, zoals jezelf’ in de praktijk moet uitvoeren.
Was dat de menselijke /onze uitleg van wat Jezus bedoelde met Zijn woorden: ‘Volg Mij’?

Christenen vervolgden elkaar na verloop van tijd (inquisitie), scheuringen in kerken (na de reformatie) ontstonden. Misschien voor de betrokkenen wel verklaarbaar, maar onbegrijpbaar als je dicht bij de woorden van Jezus blijft.
Jezus is fysiek niet meer in ons midden. Zijn woorden leven in ons hart.
Laten wij elkaar de ruimte gunnen om de woorden van Jezus te laten bloeien in ons hart.
Als mens zal je (ik) moeilijk of niet ontkomen aan oordelen over anderen.
Dat gaat haast automatisch. Minder automatisch gaat het oordelen over je eigen handelen.
Jezus roept ons daartoe op verder in dit hoofdstuk van Matthéus, wanneer Hij spreekt over de splinter en de balk.
Jezus tracht ons steeds opnieuw bewust te maken van ons eigen doen en laten, en van ons eigen handelen … en van ons eigen oordelen.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn