Verliezers stoppen wanneer ze moe zijn, winnaars stoppen wanneer ze gewonnen hebben

Hebreeën 12:1-13

Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij de last van de zonde, waarin we steeds weer verstrikt raken, van ons afwerpen en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. 2 Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God. 3 Laat tot u doordringen hoe hij standhield toen de zondaars zich zo tegen hem verzetten, opdat u niet de moed verliest en het opgeeft. 4 U hebt in uw strijd tegen de zonde uw leven nog niet op het spel gezet. 5 Kennelijk bent u de bemoediging vergeten die tot u als tot kinderen wordt gericht: ‘Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit opgeven als je door hem terechtgewezen wordt, 6 want de Heer berispt wie hij liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’ 7 Houd vol, het betreft hier immers een leerschool, God behandelt u als zijn kinderen. Welk kind wordt niet door zijn vader berispt? 8 Maar als u die leerschool niet doorloopt zoals alle anderen vóór u, dan bent u geen kinderen, maar bastaards. 12 Hef daarom uw slappe handen op, strek uw knikkende knieën, 13 en kies rechte paden, zodat een voet die gekneusd is niet verder ontwricht raakt, maar juist geneest.

Waarschijnlijk hebben we allemaal wel eens een of meerdere wedstrijden gespeeld. De definitie van een wedstrijd is: ‘Een evenement, waarin meerdere partijen trachten een of meer tegenstanders te overwinnen, of te bewijzen dat zij beter zijn in een discipline dan de andere partij of partijen.’ Een wedstrijd.. We proberen, de ander voor te zijn om vervolgens de prijs binnen te slepen. We proberen als beste uit de test te komen, want tegenwoordig staat een wedstrijd ook daadwerkelijk gelijk aan een meetmoment. Neem nu een topsporter, bijvoorbeeld voetballers, zwemmers of schaatsers die we regelmatig op televisie tegenkomen, waarvan velen als idool worden beschouwd. Hij traint het hele jaar en maakt zich dagelijks uit de voeten. De gemiddelde topsporter sport zelfs bijna 30 uur in de week. Hij past zijn eetpatroon erop aan. Moet veel vrije tijd en tijd met geliefden aan de zijkant leggen, probeert steeds betere prestaties neer te zetten en hoopt zijn toppunt te bereiken tijdens de wedstrijd, het meetmoment. Hij leidt zijn leven naar de prijs op zijn toppunt en houdt zijn blik gericht op de overwinning. Dit is zijn werk, hij verdient er zijn brood mee, een hoop eer en uiteindelijk de hoofdprijs.

Leuk verhaal, zou je denken. We verklaren ze vaak voor gek, die topsporter omdat er in hun leven niets is dan sporten naar de top. Maar is dit niet eigenlijk de manier waarop wij zouden moeten leven als christenen? Als je leest uit de Hebreeën brief is dit overduidelijk. Hier wordt het leven van een christen vergeleken met het lopen van de wedloop (wedloop is een synoniem voor wedstrijd, hsv). Vers 1 zegt dat wij ook vastberaden de wedstrijd moeten lopen die voor ons ligt. De wedstrijd die niet altijd makkelijk is omdat wij christenen de smalle weg willen bewandelen. Hoe winnen wij die wedstrijd? We veranderen de levenswijze van de topsporter in die van een christen zoals God ons graag zou zien en dit is de perfecte remedie in de strijd tegen de duivel. Want we zijn immers allemaal tegenstanders van hem. We moeten iedere dag met God bezig zijn zoals een sporter iedere dag traint. We moeten ons leefpatroon erop aanpassen. Zoals het liefhebben van onze naasten, wat we uit onszelf niet doen, we moeten zijn geboden onderhouden en zijn evangelie verspreiden. We moeten ons in zó’n mate focussen op de wedloop, dat we moeten kiezen wat goed is. Keuzes maken tussen goed en kwaad. Dit betekent dat we veel aardse dingen aan de zijkant moeten leggen die heel leuk zijn, maar niet de beste keuze. We moeten blijven trainen en steeds beter worden, we moeten ons verdiepen in God’s woord, in ons geloof om erin te groeien en sterker in te worden. We moeten ons blijven richten op de hoofdprijs want dat is toch wat we willen? Een eeuwig leven bij onze Heere die alles voor ons gegeven heeft.

Hij geeft ons die hoofdprijs in ruil voor ons vertrouwen en geloof in zijn bestaan. Want hij is het die ons de mogelijkheden heeft gegeven om de wedloop überhaupt te kúnnen lopen! God vraagt van ons om de moed niet te verliezen. Om er niet bij te gaan zitten. Jezus zag tegen het kruis op, maar wat deed hij? Bidden! Dus wat doen wij als we moe worden van de wedloop? We gaan bij de pakken neer zitten en denken, even een ‘dagje vrij’ ‘even geen principes’. Doen wat we leuk vinden en we halen onze collega wedlopers later wel weer in. Nee! Willen we achterlopen? Ook wij hebben een coach waar we bij terecht kunnen. Die altijd aan de zijlijn staat om te kijken hoe het met ons gaat, die ons blijft volgen omdat we zijn creaties zijn. Als we totaal uitgeput zijn van alles wil God ons zelfs dragen. Altijd kunnen we bij onze God terecht. We kunnen hem bidden om moed en kracht om door te gaan. Laten we dan ook om ons heen kijken, Nu! We zijn niet alleen. We horen allemaal bij de kudde die achter de Heere Jezus en we hebben allemaal onze mankementen die onze wedloop naar de overwinning soms vermoeiend maken. De wedloop, de wedstrijd naar God is juist zo speciaal. We hoeven elkaar niet te overtreffen. We hoeven er niet beter uit te komen dan onze naasten. Het mooiste is nog wel… God heeft geen podium in de hemel, met slechts de beperkte plaatsen 1,2 en 3. Voor al zijn kinderen die oprecht van hem houden, die hem vertrouwen en die volledig voor Hem gaan, heeft God een plaats gereserveerd.

Willen wij losers zijn? Niemand wil een loser zijn.. Losers zijn degenen die stoppen wanneer ze moe zijn. We zijn winnaars als we doorgaan totdat we gewonnen hebben. Ga je mee? Loop jij mee in die wedloop? Houd je je blik ook gericht op Hem? Samen mogen we gaan, samen naar dat eindpunt, daar waar de Vader op ons wacht om ons in Zijn armen te nemen en ons de prijs te geven die Hij ons zo van harte gunt!