Sport… Een nieuwe religie?
1 Tim.4:8 Oefen u in de Godsvrucht! Want de oefening van het lichaam is van weinig nut...
Vroeger was alles anders. Tot de tijd voor de verlichting hechtte men veel meer waarde aan het geloof. Het geloof was vrijwel gelijk aan de gebruiksaanwijzingen van het leven en niemand dacht werkelijk na over de complexiteit van het leven. Totdat de mensen zelf na gingen denken en er grootse ontdekkingen gedaan werden. De mensen gingen het lot tartten en speelden spelletjes. Ook sporten werd zelfs in de bijbelse tijden al gedaan. De Olympische spelen zijn er immers al sinds 776 voor Christus. Een groot feest voor veel mensen, maar Paulus was het hier niet mee eens. Zeker uit dit citaat uit Timotheus kunnen we opmaken dat Paulus misschien wel tégen sport was. Misschien kunnen we zelfs wel een onderwaardering van het lichaam bespeuren. Toch moeten we dit citaat niet te letterlijk nemen, want eigenlijk bedoelt Paulus hier iets heel anders mee.. Tegenwoordig zijn er veel dingen belangrijker dan het geloof en door alle godsdienstige teruggang lijkt het wel of de mens, zonder dat zij het beseft, een nieuwe religie heeft ontwikkeld. Deze nieuwe godsdienst noemt men ‘sport’.Neem nu de sport ‘voetbal’. Dit kunnen we duidelijk opmaken uit de sportverslagen. Befaamde voetballers worden vereerd als Godenzonen. Trainers en scheidsrechters krijgen de rol van priesters en predikanten. De stadions zijn de nieuwe tempels en zelfs het gras in het Olympisch stadion wordt ‘de heilige grasmat’ genoemd. Op het voetbalveld wordt liever een hele dag doorgebracht, dan in het huis van God. Mensen kussen de vloeren voor de stadions en zijn depressief over het verlies van hun favoriete club in plaats van het verlies van de strijd met de duivel in hun dagelijks leven. Door alle hooligans worden er mensen van kant gemaakt en zelfs een sportief spelletje spelen kan al niet meer, want hoeveel zijn er nu die een prestatie van formaat neerzetten zonder uit de dopingpot gesnoept te hebben? Sport wordt klaarblijkelijk in veel gevallen op de eerste plaats gezet. Waar gaat het heen met de mensheid?
‘De oefening van het lichaam is van weinig nut’. Dit zegt Paulus, de met burgerrecht bevoegde romein terwijl hij zelf maar al te goed weet wat de Olympische spelen zijn. Toch bedoelt hij hier iets anders mee dan wat veel mensen denken. Vaak wordt dit door anti- sportliefhebbers als argument gebruikt om niet te sporten. Toch blijft apostel Paulus ook een mens, dus de een houdt van sport en de ander niet. Als dit als argument wordt gebruikt, is door de lezer, deze tekst toch niet zo aandachtig doorgenomen want wat staat er voordat Paulus zegt dat lichamelijke oefening niet nuttig is?Oefen u in de Godsvrucht! Het komt er dus op neer dat we sport niet op de eerste plaats moeten zetten omdat dit van weinig nut is. Hoezo? Sport is toch juist nuttig zul je zeggen? Dat is zeker waar. We zijn immers rentmeesters, niet alleen van deze wereld, maar ook van ons lichaam. We moeten dus ook voor ons lichaam zorgen en er met respect mee omgaan. We moeten dus in beweging blijven om een gezond lichaam te behouden. Dit kan dus door te sporten. Het probleem is dat iedereen er tegenwoordig teveel mee bezig is. Is het niet met het zelf beoefenen van een sport, dan is het wel met het vereren van een topsporter die dat wel doet. Maar waarom zouden we sport op de eerste plaats zetten? Dit is wat Paulus zegt. God heeft ons het ‘kunnen’ gegeven om de doen wat we willen, maar ook de verantwoordelijkheid om hierin grenzen te trekken. Hij geeft ons al het goede, waarom zouden we een stel kleine voetballers met o-benen en een te hoge bloeddruk vereren, die alleen maar bezig zijn, achter een bal aan te rennen en hem vervolgens weer weg te schieten? Natuurlijk geld dit niet alleen voor sport. Er worden nog veel andere wereldse machten op de eerste plaats gezet. We hebben zoveel: Computer, Tv, Auto’s, Kleding. Kortom ‘geld waarmee we kunnen doen en laten wat we willen’. Dan is het gezegde ‘alles waar té voor staat, is verkeerd’. Nog niet eens zo’n slechte gedachte. In de tien geboden staat dat we geen andere goden voor Gods aangezicht moeten hebben. Lees: ‘Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben’. Wij mensen zijn geneigd om god te haten, niet op de eerste plaats te zetten. Laten we dan iedere keer weer vergeving vragen want wat herdenken wij dit weekend? Dat onze goede God heeft zijn zoon aan het kruis heeft laten sterven waardoor wij in genade kunnen leven. God komt alle eer toe want zelfs de dood is te sterk voor hem. Hij verdient het om op de eerste plaats gezet te worden. Want wat is er nu echt belangrijk voor je? Dat potje voetbal wat je nu kijkt of speelt? Of je geloof? Sport klinkt misschien verleidelijker dan ‘het geloof’maar is lang niet zo belangrijk voor het hiernamaals. God verdient het om op onze ‘prioriteitenlijst’ op nummer 1 te staan. Als we vast vertrouwen op God, als we meer van hem willen weten en leren, als we worden doordrenkt van zijn onvoorwaardelijke liefde komen we erachter dat God geweldig groot is en verlangen we naar een nieuw leven met hem.