Ik hoorde op het journaal dat volgens een onderzoek naar het welbevinden van de Nederlander het geluksniveau hoog is. Wij zouden ons gelukkig en tevreden voelen. Waarom hoorde ik dan in een ander journaal dat de politie hier elke 10 minuten uitrukt voor een melding van huiselijk geweld, dat veel kinderen niet mee kunnen met schooluitjes omdat er geen geld voor is, dat een aanzienlijk aantal mensen afhankelijk is van de voedselbank en zo kunt u ook nog wel een aantal voorbeelden noemen denk ik, ofwel vernomen uit de nieuwsmedia ofwel uit eigen ervaring. Ik vraag mij dan af wie aan dat onderzoek hebben meegedaan, zelf ben ik nog nooit benaderd voor een dergelijke opiniepeiling en ik ken ook niemand die daar wel voor benaderd is, u wel …?
Ook zouden wij nog nooit in een zo vredig tijdperk hebben geleefd als heden, ik meen dat Rutte dat nog niet zo lang geleden zei. Het ligt er dan wel helemaal aan wat men onder vrede verstaat, als dat de afwezigheid van oorlog op het eigen grondgebied is dan hebben wij hier inderdaad vrede. Maar als je dat groter trekt dan is er zeker geen vrede maar is er sprake van oorlog en geruchten van oorlog (Mtt. 24:6).
Al is hier dan geen sprake van oorlog, toch leven velen in angst, angst voor aanslagen, voor overvallen, voor (zinloos) geweld, voor financieel debacle e.d. Programma's als “opsporing verzocht; een dubbeltje op kant” of gelijkgestemde programma's laten de keerzijde zien van onze “maakbare” maatschappij waarin mensen zich toch duidelijk niet zo gelukkig en tevreden voelen. Ik hoorde dat in de grote steden 1 op de 10 gezinnen onder de armoedegrens leeft. Als ik dit allemaal fout heb corrigeert u mij dan aub want ik zou het liever fout hebben. Dan heb ik het tot nu toe nog alleen over ons land, wereldwijd gezien is de ramp veel erger, het journaal is een regelrecht rampenverhaal waar veel mensen niet meer naar kunnen kijken. Is dat dan de oplossing, je ogen sluiten voor de beelden en net doen of ze niet bestaan, je alleen druk maken over de dingen van je eigen dag?
Dat is niet de opdracht die Jezus ons gaf, Hij vroeg ons onze naaste lief te hebben, de minste te helpen en te getuigen van Hem en Zijn liefde (Mtt 28). Volken (mensen) tot Zijn discipelen maken geldt ook voor ons op kleine schaal, in ons gewone dagelijkse leven kunnen wij laten zien en horen tot wiens eer wij leven, of de ander dat aanvaarden wil is niet onze zaak, ervan getuigen is dat wel. Die kleine schaal kan al zijn dat wij alles wat wij niet (meer) nodig hebben aan een goed doel geven of aan die buren die tekort komen. Als wij zelf overvloed hebben dan moeten wij delen met hen die het minder hebben, niet alles hoeft op “marktplaats” met een prijskaartje eraan. Gewoon weggeven is veel winstgevender, misschien niet op korte termijn maar wel op de lange als wij straks voor Hem zullen staan en Hij weegt wat wij hebben gedaan om een zieke te helpen, een gevangene (ook een mens die vast zit in onmacht, verdriet of ongeloof is een gevangene) te bezoeken, een ontheemde te helpen en die mensen naast praktische hulp ook te wijzen op Hem die ons redt en eeuwig leven wil geven. Het is niet zozeer de vraag wie onze naaste is maar veel meer van wie wij de naaste zijn en dat is van een ieder die op ons pad komt, zowel persoonlijk als via de media.
Laten wij zo leven dat onze Vader in Jezus trots op ons kan zijn, een heleboel van wat wij zouden willen doen kunnen wij niet omdat het buiten onze invloedssfeer valt maar we kunnen meer dan we op het eerste gezicht misschien denken. Dat geldt niet alleen voor mensen die we aardig vinden maar voor allen die ons nodig hebben, dichtbij of veraf en vergeet de voorbede niet, bid voor allen die Jezus (nog) niet kennen of willen aanvaarden en wees niet bezorgd over de uitkomst van uw gebed, de uitkomst ligt in Zijn handen, het gebed in de onze.
Wat wij ook doen, wij doen het in Zijn licht en uit liefde voor Hem die ons heeft verlost, die Zijn leven gaf en opstond, wiens Geest in ons woont sinds Pinksteren, onze Heer en God: Jezus Christus.