Al geruime tijd speelt er een werkwoord door mijn hoofd, dat dan ook nog eens telkens terug komt, in een bijbeloverdenking die ik hoor via de PC, of  ik lees het in een krant of blad.
Het liedje van verlangen is ons mensen niet vreemd. In het gewone dagelijks leven kom je het zo maar tegen. Nog niet zo heel lang hebben wij nieuwe buren, een jong stel met een zoontje van plm.  2 jaar oud. Hij kan zo jong als hij is zijn verlangen luid en duidelijk kenbaar maken. Al stampend door de gang, maakt hij zijn jonge moeder radeloos. Soms pakt hij huishoudelijke voorwerpen die niet voor hem bestemd zijn,  of hij glipt de deur uit en vindt het buiten veel fijner dan binnen, maar gelet op de temperatuur is binnen zijn plek !
Verlangen kenbaar maken zit ons mensen in het bloed.  En niet alleen soms, maar waarschijnlijk veel vaker kan dit werkwoord ons opdrijven in de goede zin van het woord, om er goede betamelijke dingen door te doen.  Maar hoe dikwijls zijn mensen uitgegleden , en kwamen zij in grote misère, door het verstand uit te schakelen en het gevoel te laten
prévaleren.
Ik verlang, jij verlangt, hij verlangt, wij verlangen, jullie verlangen, zij verlangen !
Op het menselijk vlak valt er heel wat bij te bedenken. In Amerika ging de stembus  open, en wat werd er door mensen verlangd om hun partij te laten winnen dit keer.  En wie denkt niet aan de oorlogsvelden waar huizen, zeg maar straten of steden in puin geschoten worden om de vrede te bereiken, tegen beter weten in.  Dat noemen we dan wel de macro wereld, maar heel dicht bij huis,  in onze micro wereld……, wat kunnen we er veel invullingen aan geven.
Nu gaat het vandaag niet om een wereldbeeld te schetsen in deze overdenking. Een overdenking is een woord dat past bij mensen die zich gelovig noemen,  of die kerkelijk georiënteerd zijn, zoals dat wel heet.  Wij zetten op zondagmorgen de E.O. aan, luisteren naar Nederland zingt, en zomaar in een bepaald lied komt het begrip verlangen weer heel ernstig naar voren. U kent het lied vast wel:

Kom Heer Jezus, ja kom spoedig, kom en help ons uit dit dal.
’t Wordt zo donker, ’t is zo angstig, tranen vloeien overal.
O Heer Jezus kom, o Heer Jezus kom,
ja kom haastig, ja kom haastig, 
kom Heer Jezus, kom !

Kom Heer Jezus in ons wonen, maak ons Uw getuigen Heer.
Wij belijden onze zonden, ja vergeef ons alles Heer.
O, Heer Jezus kom !

Groot  o Heer, is ons verlangen, U te zien in heerlijkheid.
Laat ons zingend U verwachten, prijzen tot in eeuwigheid.
O, Heer Jezus  kom !

Ik laat even mijn fantasie gaan naar mijn kinderjaren. Op zondagmiddag gingen wij vaak met mijn ouders naar de zuster van mijn vader. Zij hadden een eenvoudige woning, voor- en achterkamer. In de achterkamer hing één schilderij aan de muur, waar we  aan tafel zittend automatisch naar moesten kijken. Een groene weide, een waterstroompje…en op de achtergrond bossen.  Maar de blikvanger was wel het midden van het schildeRIJ waar een  aantal herten, met prachtige geweien  in draf onderweg waren. Misschien wel naar een voederplaats.  
De hele familie ging op zondag naar de Gereformeerde Kerk/synodaal, en ik herinner me het lied, Psalm 42
’t Hijgend hert, der jacht ontkomen, schreeuwt niet sterker naar ’t genot, van de frisse waterstromen…..dan mijn ziel verlangt naar God. Ja, mijn ziel dorst naar den Heer, God des levens, ach, wanneer zal ik naderen voor Uw ogen, in Uw huis Uw naam verhogen ?  

De Psalm spreekt verder over tranen, over spotters, over uitkomst geven, door God die een steenrots voor mensen is, en al kom je als mens onder nog  zo’n grote druk te staan….het blijft waar: Hoop op Hem, sla  ’t oog naar boven, want dan kom je tot het besef: Ik zal God, mijn God, nog loven!

Wat ben je eigenlijk een rijk mens, al heb je geen Euro meer in je portemonnee, dat je dit meedraagt het leven door. Dat je kunt zeggen: Mijn God!    En in Hem vind je dan ook alles waar het mensenhart maar naar kan verlangen.
Er bidt een dominee, evangelist in een gemeente waar we op afgestemd zijn: “O Heer, bedauw ons !”   Het lijkt een wat ouderwets woord, bedauwen.  De richter Gideon komt in gedachten.  Hij deed zijn voorstellen aan God om zeker te zijn van de opdracht die God hem gaf. De dauw op het land zou hem tot een teken zijn.
Het woordenboek zegt over dauw, dat het iets is dat zich bevindt op allerlei koude voorwerpen door afkoeling bij avond en nacht, en dat zichtbaar wordt  in droppels afgezette waterdamp.  U kunt zich er wel iets bij voorstellen.

Wie zo’n gebed uitspreekt, Heer bedauw ons,  die geeft feitelijk aan dat er een groot verlangen is, dat God door Zijn Geest ons zo aanraakt, dat het zichtbaar wordt in ons leven.
We moeten er wel geloof in hebben!  dat is zeker een voorwaarde.
Wie de weg van geloven heeft gevonden, weet uit ervaring dat om dit geloof vast te houden, het een goed middel is om te zingen. Psalmen, gezangen, lofzangen en gedichten. In het nieuwe liedboek voor de kerken is aan het geloof zelfs een  lied toegevoegd, 340 wat gevolgd wordt door hetzelfde thema, maar met de delen a, b, c, en d.
Tijdens een bijbel studie avond, was er een broeder, geboren in Indonesië, die het in de oude berijming naar voren bracht. “Ik geloof in God de Vader, die almachtig, wijs en goed, aarde en hemel heeft geschapen, nog bestuurt en blijven doet.” Wij hielden allemaal van  deze broeder, die met een bewogen leven, deze  ene zekerheid  voor geen goud zou willen missen. En wij samen ontdekten dat juist in zo’n oude berijming de essentie van het geloven, én het verlangen om het ook zó te beleven, lag in deze teksten.  Een van de coupletten: “Ik geloof een Kerk, die heilig, Christelijk is en algemeen, in geloof en hoop en liefde, en in zalig uitzicht één.  Ook der heiligen gemeenschap, samen één van zin en hart, delend in elkanders vreugde, delend in elkanders smart“. (Uit: Psalmen en Gezangen voor de N.H. kerk. )
Je zou kunnen zeggen: het Christelijk geloof in een notendop!
Bij alle verdeeldheid in onze  nog steeds ook Christelijke wereld, heerst er toch bij velen een verlangen naar wederzijdse erkenning van de geloofsbeleving.  Ik zeg beleving, en niet rituelen, want die kunnen zo verschillend zijn, en afleiden van de hoofdzaak: Christus!

Natuurlijk moet ik deze gedachten rondom het woord verlangen afronden. Ik wil het doen met een paar verzen uit de bijbel.
Psalm 119 : 20 zegt: Mijn ziel wordt verteerd van verlangen naar Uw verordeningen te allen tijd.
Romeinen 1 : 11,12 :   Ik verlang u te zien (zegt Paulus tegen de gelovigen in Rome) om u enige geestelijke gave mede te delen tot uw versterking, dat is te zeggen: onder u mede bemoedigd te worden door elkanders geloof!
Wat een prachtige gedachte, wat een goed uitgangspunt om elkaar te  omarmen door ons geloof, in plaats van ons af te zetten tegen elkaar, omdat wij in de rechte leer zouden zijn. Om over na te denken.
Psalm 63 : 2  O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U.
Let wel het gaat hier om de totale mens, lichaam en geest.

Je weet als je achter de PC zit niet, welke mensen, jongeren, ouderen, gelovigen, zoekenden, lezen wat hier is neergezet. Maar te hopen is dat er zeker mensen onder zullen zijn, waar een lied over zingt.
“Is daar een hart vol verlangen, is daar een noodkreet een schrei…
Hoor dan de wondere tijding: Jezus gaat heden voorbij. 
Gaat heden aan u voorbij, gaat heden aan jou voorbij!

En wat zei  een Evangelist in het verleden:  Hij is nooit verder…dan twee gevouwen handen!
God zegene u, als u  het verlangen van God naar u, en van u naar God verder overdenkt.

november 2016                                                     
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn