Twee zussen, maar ondertussen toch wel heel veel verschillen. De één........! De ander wat stiller. Lea meer op de voorgrond; van aangezicht wat minder schoon dan Rachel, die is heel schoon, maar wat op de achtergrond. Jacob die voor Rachel gaat! Hij heeft haar lief. Waarom? Om haar gelaat? Ik lees het niet, dus wees niet naïef. Hij kuste haar en weende, bij de put waar zij de schapen drenkte, waar eerst de steen haar gemoed krenkte. Jacob was het die haar hulp verleende en wentelde de steen eraf. Rachel ging naar haar vader en vertelde wat er gebeurd was. Zo bracht ze Jacob nader, tot haar vader Laban, die zijn oom was. Jacob begeerde Rachel van Laban. Zijn oom keurde het goed, maar dan moest Jacob wel zeven jaar bij hem werken, voordat hij Rachel mee mocht nemen, Zeven jaren! Wat kan liefde daartoe sterken en dat deed Jacob het besluit nemen.
Maar na zeven jaren, wat dan? Krijgt hij Lea en niet Rachel van Laban. De bedrieger wordt zelf bedrogen!
Zo hebben wij ook lessen te leren. Niet dat de bedrieger daarmee vrijuit gaat! Ook niet: Boontje komt om zijn loontje. Soms moet ik lager zingen: een toontje, want kost gaat voor de baat.
Willen we dienen; twee heren? Dan zullen we God moeten ontberen!
Maar ook hier is het: Liefde overwint, als we zo zijn gezind. Zo kan Jacob nog zeven jaar volhouden, om tenslotte ook Rachel te mogen houden.
Twee zussen, twee vrouwen; die met Jacob trouwen! Dat wordt rouwen, want liefde laat zich niet delen!
Liefde delen, wordt liefde stelen! Dan is het geen liefde meer, maar blijft men zitten met zeer.
Het ging ook niet goed, in het huwelijk van de zussen met Jacob! De liefde raakt in het slob!
Zo mogen we ook de liefde met God, nooit delen met een afgod!
Dan raken we uit de koers; en God is op Zijn eer jaloers!
Gedeelde smart is halve smart. Gedeelde liefde doodt het hart!
Als God ons heeft ondertrouwd en Zijn liefde aan ons ontvouwd,
dan verwacht Hij van ons ook trouw en over de zonden berouw.
De liefde in Jacobs huwelijk was ver te zoeken en zo komen we in allerlei hoeken,
waarin we vastlopen.
Ook hier geldt: Wandelen met God, gaan in Zijn gebod. Zo mag men op Hem hopen!