Langs de weg van het geloof komt men in het Licht van Zijn Goddelijke Waardigheid. Honger en dorst naar weten zetten aan tot eten van Zijn Woord.  Geleid door Zijn Woord nuttigt men op vrije en waardige wijze Zijn Lichaam en Zijn Bloed, dat Hij vrijwillig offert voor ieder menselijk leven.  Nuttigen van het Manna van Zijn Zijn brengt harten in beroering.  Hij die nuttigt in oprecht geloof zal het verlangen naar nuttiging en weten voelen groeien.  Het  zoeklicht in het hart en brein  zal uiteindelijk weten zijn, uit diep geloof ontsproten.
 
Alleen het geloof zet aan tot zoeken.  Ook al is het greintje miniem klein.  Door de zoektocht naar het weten groeit het uit tot weelderig gewas, voedsel gevend aan hoop, vrede, minnelijkheid en alle goede dingen die de vastheid op de tocht naar het Hemels Huis van liefde vergemakkelijken.  Zo komt men in het weten van Zijn weten.
 
Hij herinnert jou er aan dat de weg niet is ontdaan van zorgen, maar het juk is licht, niet lastig om te dragen.  Worden lasten toch te zwaar: wanneer Hij met de mens mag gaan, helpt Hij zware lasten dragen.  Het zwaarste punt tilt Hij hoog, zodat het niet kan drukken en valt men toch, omdat men door de last het struikelblok niet ziet dan richt Hij liefdevol de mens, die onverhoeds ter aarde viel, weer op.  Want zie, Hij herhaalt het wel duizend maal, daartoe werd Hij op aarde geboren, om te redden wat verloren was.  Ik zei het al menigmaal, Zijn liefde is een onuitputtelijke bron.  Zij werd niet gebeeldhouwd uit steen of hout, noch uit was gegoten.   Zijn liefde is één in Zijn totaliteit van Zijn!  Het is Zijn natuur, het Zijn van Zijn wezen.  Zij kan niet afgebroken worden, niet gesmolten.  Zijn bron droogt nimmer uit.
 
Als geloof, hoop en liefde in de mens verenigd zijn, dan groeit er ook diep vertrouwen en deze zaden brengen massa’s vruchten voort.
 
Van geloof op tocht, op zoek naar de Weg door het Woord.
Door het Woord naar de maaltijd als versterking op de tocht en met kracht vervuld, zonder schroom verder op de weg van hoop en vertrouwen naar de bron van liefde en vree.  Zo gaat Hij samen met ieder mens, diep in’t hart verborgen.
 
Zalig zij die in geloof Zijn Licht verlangen binnen te treden.  Hen zal Hij voeden met hoop en vree; hen leiden naar de bron van Zijn bestaan, hun huis voorbereiden waar Hij hen in vreugde zal ontvangen.
 
Zalig en gezegend is de mens die gelooft.  Die liefheeft uit Zijn Naam, Vader, Zoon en Heilige Geest.
 
07.01.1995