Jezus werd geboren als "Immanuël”, zoals we weten en geloven, voorzegd in Jesaja 7:14, herhaald in Mat. 1:23: Zijn Naam is “God met ons”. Het lied “O kom, o kom, Immanuël” belicht aspecten die o.a. verwijzen naar Jezus’ geboorte én naar Zijn wederkomst. Hij kwam als Licht der mensen in de wereld en schitterde meer dan alle sterren tezamen in het hele universum, dat door het Woord van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest tot stand werd gebracht. Daarmee opent Joh. 1:1-4.

We mogen verlangen en bidden om bij God te zijn, maar we worden niet uit deze wereld weggenomen voordat onze individuele taak op aarde is volbracht: “Ik in mijn klein hoekje en jij in dat van jou”, zoals een kinderliedje zo mooi verwoordt. Let in dat verband op Jezus' woorden in Joh. 17:15. Hoe rijk is Zijn Hogepriesterlijk gebed, kort voordat Hij Zijn leven gaf om de zonde van de wereld weg te nemen, om de hele last ervan te dragen, een brug te slaan waardoor we in onze gebeden rechtstreeks tot de Vader mogen en kunnen gaan.

Jesaja 60:1,2,3 geeft een ópdracht: “Sta op en schitter,” in andere woorden door Jezus gegeven, zoals te lezen valt in Mat. 5:13-16. Die opdracht valt te bezingen op de Poolse volksmelodie waarop Huub Oosterhuis navolgende tekst schreef, die volgens kerklied.wiki in minstens 8 liedbundels is opgenomen: "Uit vuur en ijzer, zuur en zout, zo wijd als licht, zo eeuwenoud, uit alles wordt een mens gebouwd en steeds opnieuw geboren. Om ijzer in vuur te zijn, om zout en zoet en zuur te zijn, om mens voor een mens te zijn wordt alleman geboren. Om water voor de zee te zijn om anderman een woord te zijn, om niemand weet hoe groot en klein, gezocht, gekend, verloren. Om avond- en morgenland, om hier te zijn en overkant, om hand in een and're hand, om niet te zijn verloren. Om oud en wijd als licht te zijn, om lippen, water, dorst te zijn, om alles en om niets te zijn, gaat iemand tot een ander. Naar verte die niemand weet, door vuur dat mensen samensmeedt, om leven in lief en leed gaan mensen tot elkander."

In zekere zin heeft Jezus deze wereld niet verlaten: Hij gaf de grote opdracht, verwoord in Mat. 28:19 en 20, om deze waar te maken door de groei van de negenvoudige vrucht van de Geest, zoals deze in Galaten 5:22-24 staat beschreven. Door die vrucht, die de Heilige Geest ons aanreikt, zullen we de schapen zijn die, zonder het zich bewust te zijn, via de minste der Zijnen, juist voor Jézus deden wat Hij van ons verwacht.

De tekst van bovenstaand lied doet denken aan Mat. 25:31-46. Het gedicht hieronder, waartoe ik vele jaren geleden werd geïnspireerd, verhaalt van hetgeen die vrucht wil en zal bewerkstelligen: een licht zijn namens en vanuit Gods Licht!

Grote opdracht 

Wie Jezus’ licht ontvangt,
gaat door Vaders liefdesogen
zichzelf en anderen bezien
met een hart vol mededogen.

Door Gods Geest ontwikkelt
rijke negenvoudige vrucht
waar je dan naar verlangt;
een teer hart, een blanke pit,
dat in soms ruwe bolster zit,
voor wie zwak zijn, arm,
ziek door verdriet.

Mild geworden denk je niet
dat dak- en thuislozen,
allen met honger, dorst,
zélf voor hun leed kozen.

Gekwetst naar lichaam, hart en ziel,
naakt gevangenschap ontvlucht,
vragen ze asiel.

Zij allen, in hun diepe nood,
behoeven Jezus’ water en brood,
dat een vriend van Hem van harte geeft,
ten teken dat Hij waarachtig leeft.

Hemelvaartsdag, 18 mei 2023 

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn