Wij hebben als gezin in het verleden een kindje uit een ander land financieel ondersteund. We hielden veel van dit kind en hadden veel voor haar en haar moeder over. Regelmatig stuurde ik extra spullen en geld. Ik deed dat vol liefde, met een opgewekt hart want ik gunde het kindje alle geluk van de wereld, totdat ik op een dag hevig teleurgesteld raakte. Ik kwam tot de ontdekking dat de dingen die ik stuurde niet altijd ten goede van het gezin werden gebruikt. Daarnaast kreeg ik het gevoel dat er vervolgens een druk op onze schouders werd gelegd, een plicht om geen spullen te sturen maar meer geld. Het kwam eisend over. Ik was boos en natuurlijk verontwaardigd en we besloten te stoppen met deze manier van ondersteuning. Ik heb toen andere manieren gezocht om te ondersteunen en mensen te helpen, manieren waardoor ik meer zicht kreeg op de besteding van hetgeen ik schonk. Maar het heeft me nooit lekker gezeten, het deed me verdriet en ik heb er veel voor gebeden en over nagedacht en kwam tot de volgende overdenking:
Een mens steunen in zijn nood, in de behoefte van zijn dagelijks brood, is een liefdedaad die Hij alleen maar kan prijzen en waarderen.
Waar de nood groot is, is ook dankbaarheid een waardig ingrediënt om het hart van de gever te vullen. Een mens die alleen de behoefte van zijn lichaam bevredigt en het hart ontledigt, leeft in grote zielennood.
Een dankbaar hart is blij met iedere gift, ‘t zij groot of klein. Een dankbaar hart staat nooit eisend tegenover zijn gever en aanvaardt in vreugde de aangeboden gift.
Let wel: er kan teleurstelling ontstaan omdat de verwachting te hoog wordt geschat. Dat is te wijten aan de werking van het menselijk brein. Het hart neemt hier geen deel aan.
De gastvrijheid die men verleent moet zijn beloning kunnen vinden in de vredevolle zekerheid ‘mijn God, zie, in Uw naam heb ik gedeeld’. Als een gast te bezitterig wordt en eisend staat, alzo de rust verstoort en hebbelijk wordt, daarbij onvrede brengt door zijn gedrag, moet je hem daarop wijzen. Als hij dan niet zijn plicht als gast erkent en zijn gedrag in alle nederigheid niet herziet, moet je een keuze maken en die keuze is voor je naaste en gezin.
Een goede daad komt uit het hart en schenkt rust en vrede. Wees niet verkrampt in je streven om Zijn wet te beleven. De wet is gegeven uit liefde voor ieder individu. Als men de wet aanpast als een kleed, neemt zij vorm aan in je bestaan, zonder strakke trekkingen die je kwellen, je vervormen of je doen buigen uit angst.
Zijn wet is een wet van liefde. Het kleed dat je draagt is Zijn wet, dus bijgevolg een kleed van liefde. Laat het niet scheuren door verkrampende angst. Kijk, als men aan alle kanten trekt en sleurt aan een kleed wordt het uiteindelijk vervormd. Draag je kleed waardig Daarom moet je leren jezelf waardevol te voelen, waardig om Zijn kleed van liefde te mogen dragen. Het maakt sterk en beschermt tegen onjuiste handelingen van wie je ook ontmoet.
Bescherming bieden aan vreemden is een grote deugd, maar dit mag niet gebeuren ten koste van je eigen bescherming en die van je gezin. Zo scheurt je kleed van waardevolle liefde.
Blijf een vrucht van Zijn liefde, door je in liefde te geven, liefde te delen die ontspringt uit rustige vrede.
Hij schenkt je Zijn Geest van vrede en zegent je
in de naam van de Vader, eeuwig beminnend Vaderhart,
in de naam van de Zoon, eeuwig gevende liefde
In de naam van de Heilige Geest, eeuwig uitstortend vuur van vrede.
26.7.1996