In deze vaak zo op geld gerichte tijd, waarin door onze hebberigheid zoveel ellende is en nog steeds wordt aangericht, is deze gelijkenis wel erg toepasselijk.
Deze jongeman vraagt Jezus hoe hij het eeuwig leven kan verwerven. Hij heeft kennelijk het idee dat hij dat zelf kan doordat hij de geboden die Jezus hem noemt heeft onderhouden.

Hoeveel van ons denken dat wij door goed te leven de hemel kunnen/moeten verwerven, dat er aan de hemelpoort gezegd zal worden "goed gedaan jochie" of "slimme meid, je was op je toekomst voorbereid".
Er is, zoals Jezus deze jongeling duidelijk maakt, maar één weg. Hem volgen en alles loslaten wat belangrijker voor ons is dan dat.
En juist dát kon deze jongeman niet.
Hij onderhield wel veel geboden, Jezus spreekt hem hierin niet tegen, maar opvallend is dat Jezus het 1e gebod Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben niet noemt en dat is nu juist het gebod waaraan de jongeling mank gaat.

In Lucas 12:34 staat waar uw schat is daar zal ook uw hart zijn. Het was niet het hebben van geld op zich dat Jezus veroordeelde, maar de jongeling had zijn hart verpand aan zijn geld. Hij had geen geld, het geld had hem.
Jezus doorziet hem, kent hem en weet wat zijn teleurstellende antwoord zal zijn als Hij hem daarop aanspreekt. Zijn geld was zijn god; zijn geld verhinderde hem in te gaan op Jezus' uitnodiging om Hem te volgen, om Hem de belangrijkste en eerste plaats te geven.

Het hebben van geld wordt door God niet veroordeeld, het houden van geld boven de liefde voor Hem is wel een hinderpaal. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor geld, maar voor alles wat ons hart beheerst boven Hem.
Laat uw hart bij God/Jezus zijn en nergens anders. Wij kunnen en mogen van alles genieten wat ons toevalt, maar het mag ons niet beheersen. De liefde voor God en voor onze naaste moet op de eerste plaats komen, dan is het in orde in ons hart en zal God ons met liefde plaats bereiden in de Hemel bij onze Heer.

Bent u rijk? Geniet er dan op een normale manier van, deel ervan met uw naasten die minder bedeeld zijn, ver weg en dichtbij, maar neem er emotioneel afstand van, geef het niet uw hart.
Uw (ons) hart behoort aan God, aan Jezus, daar ligt onze ware schat. Een schat die nooit zal verdampen, een schat met eeuwigheidswaarde.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn