Toen plotseling in de eeuwige duisternis klonk een stem gevuld met macht
En werd ik door Gods almacht uit het totale niets voortgebracht
Mijn land was leeg, stof was haar enige bezit
Ze kende geen kleur van rood, blauw, groen of wit
Mijn bergen waren woest enkel steen en rots
Mijn wateren ledig met enkel golven en haar geklots
Maar niemand kon dat nog tot zich nemen of horen
Want er was stilheid, geen geluid was er nog geboren
De hemel was nog in haar grauwheid getooid, schaduw was onbekend
Er was geen vriendelijkheid, woest was ze, het leven werd er niet gekend
Toch was er iets heel bijzonders, want over de wateren van de donkere zee
Zweefde een Machtige Geest en die droeg Gods Almacht in Zich mee.

1e dag
Ik werd ontroerd want mijn Schepper Zijn Stem klonk door het heelal
Mijn bergen sprongen op van vreugde ze werden verlicht door dit lofgeschal
De afgrond met haar eindeloze diepte werden vervuld
Met het licht van Hem, zodat mijn duisternis werd onthuld
De grauwheid loste op in het niets, mijn land blaakte opeens in het licht
Mijn ledigheid verdween, de Here en Zijn Geest gaf mij een nieuw gezicht.
En de Stem der liefde sprak en zei; ziet het is goed zoals het is
Hij maakte Zelf zo de scheiding tussen licht en duisternis

2e dag
En weer klonk die liefelijke Stem, waarin de kracht ligt enkel al in het spreken
Van een scheiding tussen uitspansel en wateren...terstond zijn ze uitgeweken
Wolken vol schoonheid nu, gleden langs het hemelse gewelf
En werden geladen met regendruppeltjes, God beval het Zelf
Sterren waren nu te zien in de hoogte zo ver weg en ontzaggelijk wijd
Ze kwamen te voorschijn uit de grenzeloze eeuwigheid
En de stem der Liefde sprak en zei; de hemel dat zal haar naam zijn!
Het is allemaal door Hem geschapen, onbevlekt en volkomen rein

3e dag
En alweer hoorde ik Zijn stem klinken onder de hemelbogen
En werden de wateren verplaatst onder Zijn alvermogen
De zeeën en de Aarde werden gescheiden, gesproken door Gods mond
Hij zeide ook; de Aarde brengt nu ook grasscheutjes voort over het wereldrond
Ook bomen met haar bladeren en in de heerlijkste vruchten gehuld
En bloemen en planten in allerlei soorten en met zaden gevuld
Niets uit de eerste woestheid was meer te zien, ik was verblijd
Alles was nu zeer goed, het geschapene was door Hem Zelf toebereid

4e dag
En God sprak; er zij een licht in het uitspansel om nacht en dag te scheiden
En dat zal de maanden, dagen en uren zijn tot het tellen der gezette tijden
De zon zal des daags geven haar licht en de maan geeft haar schijnsel in de nacht
Wie kent Gods wijsheid, wie is Zijn raadgever, wie kent Zijn macht?
O’ wat een heerlijkheid mocht ik als Aarde in dit wonder aanschouwen
Dat Hij de Heere God door enkel Zijn woord, dit geweldige kon ontvouwen
Zijn Goddelijke ogen zagen de maan en de zon, voortbrengende de dag en de nacht
En Hij zeide; het is goed, en ik Aarde mocht schitteren in de stralen van Zijn wonderpracht

5e dag
Dan roept Zijn stem van Zijn eeuwige liefde waarin Hij de diepe wateren gedenkt
Het is een onbegrijpelijk wonder als Hij door enkel spreken, er levend gedierte in schenkt
De Aarde komt tot leven en raakte bij dit te zien heel diep door dit gebeuren bewogen
Als ook daarna boven mijn bergen en heuvelen Zijn vogelen komen aangevlogen
Sommige zo ontzettend klein, maar ook met vleugelen in spanwijdte zo groot
Het is niet meer te bevatten wat er gebeurde in en op mijn Aardse schoot
Met een stille eerbied hoor ik het ook op deze vijfde dag aan, Zijn prijzen
En Hij zag dat het goed was, en ik mocht voelen wat Zijn scheppende hand deed rijzen.

6e dag
De Stem der liefde sprak wederom scheppende in kracht en woord
Daar zij ook dieren, kruipend en lopend voortbracht, elk naar haar eigen soort
Mijn Aarde was hun plaats overal mochten zij gaan en mogen hun getallen groeien
Vermenigvuldig u, zodat bloem en plant, vogels, vissen en dieren weelderig zullen bloeien
Toen sprak de Heere God een woord..........het werd stil... eerbiedig stil
Heel de schepping houdt haar adem in ....hadden ze nu het goed gehoord, Zijn wil?
Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis....
Dit sprak nu de liefelijke Stem van God tot de schepping als een vast getuigenis.
Naar Uw Beeld?..de Heilige Vader Uw geliefde Zoon en de Heilige Geest die eeuwig leeft?
Bij het horen van deze Uw wil is het nu dat Aarde en Uw schepping uit bewondering beeft.
Hoe diep is Uw liefde, hoe groot bekleedt gij de mens en zet haar over Uw werken
Over de aarde, dier en plant, de mens moet toch Uw innige bewogenheid bemerken!
Ook vissen en vogels gaf U in haar hand, het kruid en vruchten om te eten in overvloed
En alle dieren mogen grazen en eten van het groene kruid opdat ze allen worden gevoed
Toen gingen Gods ogen over de ganse Aarde en zagen alles wat geschapen was en bereid
Toen klonken deze Liefdeswoorden Het was zeer goed! ..gesproken door de Oppermajesteit.

7e dag
De woorden van ,,het was zeer goed” ruisten door de bomen, de wind nam het mee
Het ging over en door bloemen, struiken, kruiden en rivieren bergen heuvelen en zee
De harmonie waarin de mens met zijn Schepper zich bevond is onuitsprekelijk groot
De tedere liefde van God maakte de mens uit het stof voortgebracht tot Zijn deelgenoot
Om in alles te leven en wandelen tot Zijn eer, Hem te loven en te prijzen
Gegeven een koningschap terwijl hij enkel maar uit het stof der aarde mocht verrijzen
Het was stil...het was volmaakt de Heere God rustte van Zijn werken op deze zevende dag
Overal lag een hemelse gloed over.....het straalde van Gods liefde, almacht en gezag!
Het Ere zij God was toen al een jubelzang die klonk in het hart van het Paradijs
Alle engelen, elk mens, elk dier, ja heel de Aarde was al vol van deze hemelse wijs.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn