Rond mijn zeventiende zat ik alleen op mijn slaapkamer en was er verder niemand in huis, ik nipte aan wat notenwijn en ik staarde in de zonovergoten wolken, terwijl ik intens veel verdriet had om een eerste geliefde, die mij had afgewezen.
Ik had over haar gebeden met God en zij was wis en waarachtig de vrouw, die God voor mij in petto had, tenminste, daar was ik met heel mijn ziel van overtuigd, totdat de genadeklap kwam en zij mij als één van haar vele vriendjes zag en niets meer.
De tranen biggelden over mijn wangen en in mijn glas walgelijke notenwijn.
Ineens zag ik in een flits van een seconde Christus Jezus in de hemellucht staan, met aan weerszijden twee aartsengelen. Hij zegende mij met zijn rechterhand en ik werd overweldigd door een enorme liefdesgloed, die mij de rest van mijn leven troost geeft.
Ik wist dat Hij mij dit grote cadeau gaf om door de verdere lijdensbeproevingen bemoedigd te worden en staande te blijven, wat inderdaad gebeurd is. Die ene seconde heeft van mij een wetende gemaakt. Als zo'n glimp van de andere wereld al zo duurzaam zielsverwarmend is, hoe hartverwarmend liefdevol moet het in die andere werkelijkheid dan wel zijn!