Als gaven niet worden benut tot opbouw van het goede zijn zij zonder waarde.
Wanneer men zich niet richt naar het Licht en blijft kijken op de moeilijkheden van het leven, dreigt men daarin te verdrinken. Maar er is geen verdrinkingsdood als men zich richt naar het Licht; zich laat vangen in de stralen waardoor je wordt vastgehecht in de Goddelijke Waarde.  Zo word je opgetild vanuit de verdrinkingsnood en krijg je kracht om te weerstaan aan de moeilijkheden waarin men zich laat gaan.  De drang naar leven wordt gegeven in zevenvoud.  Men rijst omhoog en men wordt zelf licht dat als getuigenis straalt. Een stralend licht tot in de donkerste hoeken van diegenen die zoeken en niet vinden omdat zij zich binden aan de duisternis, alhoewel zij naar Hét Licht verlangen.
 
De onmetelijkheid van de waarden in de gegevenheid kan men niet vatten omdat de sluier van de mystiek nog niet is opgeheven. Wij kunnen de waarden niet meten of begrijpen van de gaven die ons gegeven worden. Maar de innerlijke zekerheid, in het geloof gestort, bouwt met kracht een niet af te breken standvastigheid op in het geloof, zodat onbegrijpelijkheid van moeilijke en pijnlijke ervaringen in dit leven, in geloof en vertrouwen worden aanvaard.
 
Vertegenwoordiging van de Goddelijke aanwezigheid in de mens is de kern, ontstaan door de nederdaling van de Heilige Geest.  Die kern moet tot ontwikkeling worden gebracht om de gaven van diezelfde Geest ten volle te kunnen benutten.  Daarom, laat je drijven op de barmhartigheid van Zijn Eeuwige liefde.  Zo zul je één worden in diezelfde liefde.  Zo neem je langzaam Zijn vorm aan en word je opnieuw geboetseerd naar Zijn Heerlijkheid;  zo ontstaat er in jou een bron  van genade: d.i.
 
Genade in genade
Liefde in liefde
Vreugde in vreugde
Zekerheid en vertrouwen
in Zijn volmaakte en totale wijsheid
Amen
 
10.05.1997
 

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn