Dromen we daar niet allemaal van, om in Gods koninkrijk binnen te gaan. De één zal daar langer en vaker bij stilstaan dan de ander, maar u kent vast net als ik wel van die mensen die iets te verduren krijgen in hun leven en wensen dat hun tijd gekomen is. Ze wensen het niet alleen, ze dromen het niet alleen, maar ze willen écht dolgraag ingaan en het gebied, hun eigen plekje in Gods koninkrijk veroveren. Niemand kan het hen kwalijk nemen, maar is dat werkelijk de bedoeling of wil God ons eerst nog hier op aarde gebruiken om mensen te bereiken, om voor mensen te bidden en mensen te nodigen om te komen en te knielen aan de voeten van Jezus. Wie moet dat doen wanneer wij allemaal al in zouden gaan? God heeft ons nodig om te bidden, Hij wil dat wij niet vanwege onze dromen stil blijven staan, maar dat wij doorgaan en werken voor Hem, totdat de dag komt dat het onze tijd is en Hij ons thuishaalt, tot dat moment wil God dat wij dienstbaar zijn voor Hem.
Kind van God, niet uit zelfbehoud maar uit noodzakelijkheid is je bidden opgebouwd. Niet uit eigenliefde is je streven om te overleven maar uit beminnen van hen die met je leven, uit bezorgdheid voor hen die je omringen. Je taak in deze wereld heeft zijn eindpunt nog niet bereikt. Je hebt nog bergen werk te verzetten in de lange, lange strijd die mensen, die je weg betreden, te strijden hebben.
Je eigen strijd is nog niet gestreden, de wimpel niet geheven, maar je zult hem moedig verder dragen om hem te planten in Zijn Koninkrijk. Je draagt Zijn banier met vurig verlangen en weet je te troosten in je eigen verwondingen. Het is omdat jij je in zekerheid op Hem durft verlaten en jij in zekerheid op Hem vertrouwt dat je bergen kunt verzetten die niet te verzetten waren. Daardoor kun je ongeplaveide wegen belopen zonder de ongemakken ervan te ondervinden. Het is de vreugde, Zijn vreugde, Zijn werking in je werkelijkheid die je sterkt in je eigen strijd en je moed en kracht zal geven om voor Hem verder te leven
Kind van God je strijd is nog niet gestreden. Je banier nog niet geheven., maar kijk en zie hoe ze wappert onder Zijn beleid. De veldslag is nog niet geslecht. De wimpel, jou toevertrouwd, nog niet terecht. Je tijd is nog niet gekomen, ook al was je reeds aan’t dromen van een intreden in Zijn Paradijs.
Eeuwige waarde legt Hij in je streven, in je leven en beleven. Eeuwige waarde om de vijand te overwinnen. Je denken en handelen bepalen ‘t verloop van de strijd. Maar weet dierbaar kind, dat je trots Zijn wimpel zult blijven vieren om hem eens in gelukzaligheid te planten in Zijn Eeuwig Koninkrijk. Amen
27.09.1995
