Een ruwe diamand wordt door een dwaas vaak weggegooid.  
Omdat hij de waarde van de steen niet kent.
Want hij ziet het maar voor een waardeloze steen.
Maar een kenner ziet direct dat hij iets waardevols in zijn hand heeft .
Hij besluit de steen mee te nemen en denkt dat hij hem wel kan slijpen.
Eerst lijkt de steen nergens op maar daarna begint het al iets te worden.
De steen begint te glinsteren.
Hij wordt mooier en dieper van kleur.
De maker heeft er eindeloos geduld voor.
En met een precisie van een arend slijpt hij zijn diamant.
Trots kijkt hij in de diamant en zag dat het goed was.
hij ziet dat al zijn werk en geduld niet tevergeefs was.
Dan geeft hij de diamant een plek in zijn huis waar iedereen de steen kan zien.
Hij kan trots zijn op zijn steen die een diamant is geworden.
Die diamant is het waard geweest om zo veel tijd in door te brengen.
Dan komt de dwaas er achter dat hij de steen die hij gevonden had prachtig voor hem schijnt.
En hij vond het nog wel een waardeloze steen.
De dwaas zag in dat hij ongelijk had.
En ging terug naar zijn huis.
Onderweg vond hij weer een steen deze keer maakte hij de vergissing niet om hem weg te gooien.
Nee hij ging naar de kenner toe en zei of hij ook kon leren slijpen.
De kenner was heel vriendelijk en heeft hem alle kneepjes van het vak geleerd
Daarna werden ze goede vrienden van elkaar.

Ron van der Poel
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn