Maarten Luther zei eens: Zalig worden is verloren gaan aan de voeten van de Drieënige God. Ik vond het een bijzondere uitspraak en vroeg me af: Weten jullie, weet u, weet ik, weet jij wat het is om verloren te gaan en gaan wij echt verloren of verliezen wij ons oude ik? U zult net als ik denken, ik wil helemaal niet verloren gaan, maar gered zijn voor de eeuwigheid en leven in de kracht van God, proeven van Zijn genade. En daar hebben we een belangrijk punt, het is belangrijk om te zorgen dat je niet verloren gaat en dat je je uitstrekt naar redding, maar juist om redding te kunnen ontvangen en zalig te worden moet ons oude ik verloren gaan aan de voeten van God of aan de voet van het kruis. Die uitpraak gaat diep, maar is ook goed om over na te denken. Kijk dan gewoon maar eens naar je eigen leven, hoe alles eraan toegaat in de wereld. Alles is tegenwoordig gericht op overleven, je groeit op, je moet studeren, werk zoeken, geld verdienen en meegaan in de stroom die ook wel leven genoemd wordt. Je moet je aanpassen aan de dingen van deze tijd, doe je dit niet dan hoor je er niet bij, je moet knokken om staande te blijven, om gezien te worden. We leven in een wereld waarin veel mensen bezig zijn met zichzelf. Ieder voor zich, waarin egoïsme hoogtij viert. Mensen zijn niet bezig met hun naasten, maar vooral met het eigen geluk, hun eigen ik. Maar wanneer je waarachtig geluk wilt ontvangen en gered wilt worden, een toekomst wilt hebben die ertoe doet dan zul je je eigen ik kwijt moeten raken, het zal verloren moeten gaan. En natuurlijk willen wij allemaal redding ontvangen, het grootste geluk van de wereld in handen krijgen, geluk nastreven. Juist dat is de goede instelling, we moeten ons uitstrekken naar het grootste geluk van de wereld, de zaligheid van God, genade, liefde, blijdschap tot in de eeuwigheid. Dit is niet te vinden in onszelf, of in werk, geld en aardse zaken, dit is alleen maar te verkrijgen wanneer je knielt bij het kruis en je oude ik, je eigen behoeften aan de kant legt en gewoon alles wat niet van God is, alle eigen winstbejag wegdoet. Het gaat erom dat je eigenlijk jezelf volledig verliest, dat je zondige leven, je oude natuur verdwijnt, oftewel verloren gaat, want dan pas zul je niet meer verloren zijn, maar je zult behouden zijn. Dan pas zul je volkomen geluk ontvangen, genade, vrede, redding, bevrijding en boven alles een plek in de eeuwigheid bij God.
De meesten van ons weten wel waar wij ons als christen aan vastgrijpen. Grijpen wij ons te allen tijde niet vast aan God, aan Zijn woord, aan het Anker Jezus Christus? Ik denk dat het erg belangrijk is dat wij op momenten dat wij dreigen te vallen gelijk onze handen uitstrekken naar iets of iemand om ons te redden. Ik weet nog dat ik op een dag fietste, er kwam van rechts een auto aan, ik had voorrang en mocht door fietsen, dat deed ik met de gedachte dat ik niet hoefde te stoppen. Toch kreeg ik die voorrang niet en op het laatste nippertje wist ik dit gaat niet goed, ik gooide het stuur om, om te voorkomen dat ik in botsing kwam. Ik raakte de auto niet, maar wist dit is fout en kon alleen maar mijn handen uitstrekken naar de grond om niet te hard te vallen. Er was niemand in de buurt om mij op te vangen, zelfs niemand om mij overeind te helpen, zo was het nu eenmaal. Ook in het leven als kind van God komt het regelmatig voor dat er omstandigheden zijn waarbij we dreigen te vallen of in botsing komen en wat doen we dan? Wat doe ik dan? Gooi ik het stuur snel om zodat ik weet te voorkomen dat het tot een botsing komt? Strek ik mijn handen uit om te voorkomen dat ik te hard naar beneden val? Grijp ik me vast? Het blijft dan nog steeds de vraag waar we ons aan vast kunnen houden, waar strekken wij de handen naar uit. Het is belangrijk om tijdens de wegen die wij bewandelen te weten welke richting we gaan, waar leiden alle dingen toe waar we mee bezig zijn, gaan wij altijd de goede kant op, of komen er momenten dat wij in botsing komen, een situatie waarin het onverwachts mis dreigt te gaan, zijn wij er dan nog op tijd bij, kunnen wij het roer nog omgooien en voorkomen dat we een enorme smak maken? Het bijzondere is hierbij dat ik op een voorrangsweg reed, ik mocht doorrijden en toch was er iemand die daar geen rekening mee hield. Op de weg van God hebben we ook een bijzondere positie, eigenlijk als wij met God wandelen hebben we voorrang, we zijn gered voor de eeuwigheid, eenrichtingsverkeer, ik zie op al die zijwegen in gedachten enorme haaientanden die aangeven dat anderen moeten wachten, Alie komt eraan, maar in werkelijkheid zal de boze er alles aan doen om ons van die weg af te rijden, om ons ten val te brengen en dan is het zo belangrijk dat wij weten waar onze houvast is. Bedenk dat als je toch ten val wordt gebracht dat je niet zonder hulp zult blijven liggen, er is Iemand om je weer overeind te helpen, je mag erop rekenen dat God jou weer overeind helpt waarna je met Hem je weg kunt vervolgen. Strek je uit naar Hem en zet door, wat er ook gebeurt, houd het doel voor ogen, maar verlies het kwaad niet uit het oog, wees alert en ga met God.
Een jonge gelovige moeder bracht haar dochtertje naar bed, het was weer de hoogste tijd voor haar om te gaan slapen na een dag van spelen, rennen, klimmen en vele vragen stellen.
Ja, Moniek was een vrolijk maar druk meisje wat niet vaak stil zat en alles wilde weten.
Elke avond voor het slapen gaan vertelde moeder een verhaaltje uit de kinderbijbel en vertelde ze over de Here Jezus.
Moeder vond het fijn om zo over de Here te vertellen, wat Hij allemaal gedaan had, bijvoorbeeld dat Hij ook voor Moniek geboren was in een stal, en dat zij ook een klein schaapje mocht zijn van de kudde waar de Here Jezus de Herder van was.
Ze probeerde de belofte die ze mocht doen aan het doopvont te vervullen, wel in alle gebrek maar wel uit liefde.
Meestal moest ze na een tijdje zeggen tegen haar dochtertje ....en nu gaan slapen Moniek, het is de hoogste tijd, want vragen bleven altijd van haar komen, na ingespannen naar mama geluisterd te hebben.
En ook voor de jonge moeder was het even fijn om tot rust te komen, ze had ook alles nodig om overeind te blijven in deze rumoerige tijd, waarvan alles op je af komt.
Ook was zij al een tijdje onder behandeling voor een depressie, die geestelijk veel van haar vergde, de gedachten bekropen haar weleens of de Here haar moeilijkheden wel zag, die zo moeilijk voor haar waren.
Ze voelde zich vaak alleen en onbegrepen in haar zorgen, gelukkig fleurde haar dochtertje ze vaak op, als alles op haar gemoed drukte.
De volgende dag na het eten liep ze samen met Moniek over de stoep naar de supermarkt om boodschappen te halen, de winkel was een klein stukje verderop.
Moniek huppelde met haar korte beentjes naast moeder en zwaaide een paar keer naar de lucht......ach dacht moeder, laat ze maar het is zeker een spelletje.
Maar ze deed dit elke keer opnieuw, zelfs zo echt dat mensen omhoog keken om te zien waar ze dit zwaaien naar deed.
Mama voelde zich een klein beetje opgelaten door haar gezwaai en zei; Moniek waar zwaai je naar....dat is alleen maar de lucht en de wolken hoor, en die zwaaien echt niet terug hoor!
Ikke zei Moniek, ikke zwaai naar de Here Jezus.........maar meisje die kun je vanaf hier niet zien hoor, zei moeder, en ze stopte om dit even duidelijk te maken.
Maar voor ze dit kon doen antwoordde het kinderstemmetje ...mama dat weet ik ook wel maar de Here Jezus ziet mij en jou wel hoor, Hij ziet alles!!
Met tranen over moeder haar wangen, pakte ze haar dochtertje op en zei met een trillende stem.....dank je meisje voor je vertrouwen en je wijsheid ze gaan veel verder en dieper als bij mij.....dank je voor kinderlijk eenvoudig geloof, het bezit meer kracht als dat van mij....zullen we samen zwaaien lieve schat, want de Here Jezus ziet ons zeker!!

Durft u te zwaaien in dat kinderlijke vertrouwen?
Het ongeloof zegt, u ziet enkel lucht en wolken.
Het geloof zegt, maar daar achter ziet de Here ons aan......durft u te zwaaien?