“Adam waar ben je?”
Nog nooit had God zich zo eenzaam gevoeld, als toen Hij deze woorden uitriep in de Hof van Eden. (Gen. 3:10).
Hij was gewend, dagelijks met Zijn kinderen te communiceren op het hoogste niveau.
Maar opeens was de relatie stuk, verbroken van een kant.
Adam en Eva scholen wanhopig weg achter wat vijgenbladeren. Elk zinnig woord, dat ze nog hadden willen zeggen, bleef in hun keel steken. Weldra gaapte een diepe kloof tussen hen en God.
God sprak tot de mensen in het laatste der dagen door Zijn zoon. (Heb. 1:1) . .
In onuitsprekelijke liefde schonk Hij Hem. Kostbaarder gave bezat Hij niet. Het kostte God alles, om een brug te slaan naar Zijn verloren kinderen.
Zouden zij erop reageren?---
Was het niet veiliger voor God geweest dit levensgevaarlijke risico wat te spreiden? Regelmatig hoor je dergelijke uitspraken als: "God had het heel anders moeten doen!" of: "Wie geeft er nu zijn zoon?"
Kajafas de hogepriester zegt ervan: ''Het is nuttig dat een mens sterft ten behoeve van het volk. (Joh. 18:14)
Alles geven, om allen te redden, dat deed God. Zo werd de brug over de kloof geslagen. Jezus Christus heeft gedaan, wat niemand kon.
Hij stierf voor onze zonden om ons weer met God te verzoenen. (1 Joh. 1:9), (1 Joh. 5:11 en 12).
Verloren mensenkinderen zullen via Zijn kruis, dat over de gapende afgrond gelegd is het koninkrijk van God weer binnen gaan. "Het is volbracht!" zeggen wij Jezus na. -- Hij heeft onze lasten
gedragen.
Doch: Verdragen heeft hij een eindeloze rij mensenvoeten, die via dat kruis terugkwamen bij de Vader. Deze, geteld bij de lasten, die ze op dat kruis achterlieten, maakten Hem tot de Man van smarten.
-- Om onze zonden werd Hij verbrijzeld.
De straf, die ons vrede brengt was op Hem. En door Zijn striemen ontvangen wij genezing. (Jes. 53:5)
Johannes de Doper zegt, wijzend op Jezus: "Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt". (Joh. 1:29) Maar - - - een geslacht lam - - - wie kijkt ernaar? (Jes. 53:3)
Veel liever gaan wij voorbij aan Golgotha.
Er is immers een lege graftombe. - Die moeten wij nodig gaan bezien!
Paasfeest! Zingt halleluja. De Heer is verrezen!
Het is eenzaam bij het kruis en heel stil. Je komt daar om na te denken.
Een oud liedje zegt: "Was jij daar, toen ze mijn Heer kruisigden?"
0, wonder - Mijn hart stroomt vol van heilige vreugde. Alles verandert. Maar het begint bij Golgotha.