Stelt u zich eens voor dat u daar wachtte in de hof. Wachtte op uw verrader en beulen. Wat zou u doen? Ik denk dat velen, zo niet allen onder ons, zouden vluchten als het mogelijk was. We zouden hard, heel hard, weglopen, want wie blijft er in vrijheid en onschuldig wachten op marteling en kruisiging? Wie onder ons, als wij waren verraden, verloochend en verlaten door onze vrienden, zou willen sterven voor dat soort vrienden. Nee toch, wij zouden bij onszelf zeggen ze zoeken het maar uit, ik heb mijn best gedaan maar ze willen niet. Nou dat is hun keuze en dan gaan ze zelf maar op hun eigen blaren zitten, maar ik niet.
Jezus niet, Hij liep niet weg, Hij riep geen leger engelen te hulp, Hij wachtte terwijl Hij wist wat komen ging. Hij was bang, Hij bad tot God om die beker van Hem weg te nemen, het zweet brak Hem uit. Hij wist wat een kruisiging inhield en Hij wist nog beter wat Hij aan dat kruis moest dragen. De straf die ons toekwam zou op Hem neerkomen. De verlatenheid van God, de ultieme straf, kwam op Hem neer. Als iedereen zou beseffen hoe afgrijselijk dit is, dan zouden er geen ongelovigen meer zijn, maar helaas…
Waarom liep Hij niet weg, waarom liet Hij ons niet aan ons lot over. Er werd immers helemaal niet naar een lijdende Heer gevraagd, ja naar een koning wel, maar een Heer aan een kruis, stom en geslagen …? Een Heer die zich niet verdedigde, Zijn mond niet opende in verweer of woede, een Heer die geen macht tentoonspreidde, daar zat op dat moment niemand op te wachten. En diegene die huilden om Hem, huilden omdat het spel was gespeeld, hoog spel, en kennelijk verloren. Geen hoop meer, geen redding, geen toekomst.
Maar dit is precies wat onze Vader wilde doen voor Zijn kinderen, hen redden, hen leven geven, desnoods door Zelf te sterven (en op te staan), als die kinderen maar niet verloren gaan. Want kinderen hebben de toekomst, voor kinderen is de goede erfenis. Als je kind dreigt verloren te gaan, dan doe je als ouder toch alles om het te redden, u toch ook? Of dat kind uw hulp aanneemt en zich laat redden is en blijft de vrije keuze van dat kind.
Dat deed God in Zijn Zoon Jezus Christus, opdat wij, Zijn kinderen, leven en niet verloren gaan. Voor ieder die dit immense offer, want dat was het, wil aanvaarden is de straf weggedragen.
Waarom? Omdat Hij ons liefheeft met een liefde zo oneindig groot dat het bijna onbegrijpelijk is. Een liefde van Ouder tot kind, van Schepper tot schepsel. Een liefde die uitstijgt boven elke vorm van wereldse liefde, een liefde die geeft en alleen wederliefde vraagt.
Met de bekende woorden van Joh. 3:16 ga ik met u deze 40 dagen tijd door naar Goede Vrijdag en Pasen: Alzo lief had God de wereld dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
Stelt u zich nog eens voor dat ú daar vrijwillig en onschuldig wachtte in de hof, wachtte op uw kruisiging, wachtte op de straf van God en dat alles voor een wereld die u (nog) niet liefhad, die (nog) niet op u zat te wachten.
God deed het, Hij wachtte, Hij nam de wereld op Zijn Schouders en verloste haar.
Die wereld, beste lezer, dat zijn wij !