Ik hoor het mijn moeder nog zeggen als ik iets had gebroken en teleurgesteld riep “zonde”.
Dan zei ze “kind, weet je wat zonde is, boter op je hoofd smeren en droog brood eten”.
Het is op het eerste gezicht een beetje vreemd gezegde want ik heb nog nooit iemand boter op zijn hoofd zien smeren. Toch is zonde er wel een beetje mee te vergelijken. Als je de boter inderdaad op je hoofd zou smeren in plaats van op je brood, dan beantwoordt die boter niet meer aan zijn doel, wordt niet gebruikt waarvoor het is gemaakt.
Zo is het met onze zonden ook, door te zondigen beantwoorden wij niet meer aan ons doel, beeld van God zijn. Hij heeft ons immers geschapen naar Zijn beeld, naar Zijn gelijkenis en Hij zondigt niet.
Is er iemand onder ons die volkomen aan dat beeld kan voldoen? Nee, niemand. Als wij in de spiegel van de tien geboden kijken dan zien we allemaal een verstoord beeld.
Tien geboden, waarvan de grondtoon volmaakte Liefde is, Liefde voor God en voor onze naasten (Matt. 22:34-40).
God heeft ons niet de keuze gelaten uit de tien, Hij zei niet “Ik geef jullie er tien en als je er eentje van houdt, dan ben je geslaagd”. Het is geen keuzepakket, om te slagen moeten we ze alle tien houden en dat alle dagen van ons leven.
Ik kan het niet, u wel?
Voor wij er erg in hebben, hebben we geroddeld of de waarheid een beetje geweld aangedaan. Het gaat soms zelfs ongemerkt, het valt ons uit de mond voor we er erg in hebben en het overkomt ons allemaal.
God is een rechtvaardige God, Hij kan en zal het kwaad niet ongestraft laten. God is ook een liefdevolle God, een liefdevolle Vader die niet wil dat een mens verloren gaat.
Daarom gaf Hij zelf de oplossing: Zijn eniggeboren Zoon, het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld (die wereld dat zijn wij).
Beseffen wij wat dit God kostte? Zijn Zoon aan het Kruis en dan niet ingrijpen. Allemaal om ons te redden, omdat wij anders verloren zouden zijn.
Beseffen wij wat Jezus, zélf zonder zonden, hier voor ons doet, vrijwillig en uit Liefde, Hij draagt de straf die wij verdienen, Hij voelt de pijn van het verlaten zijn door God, Hij betaalt onze rekening.
Door Hem die geboren werd in Bethlehem, die werd gekruisigd op Golgotha, die opstond uit het graf, zijn wij kinderen Gods geworden en met Hem erfgenamen van de Vader.
Dit is geen vrijbrief om te zondigen, uit wederliefde zullen wij, hoop ik, altijd proberen niet te zondigen, maar niemand van ons zal hieraan, altijd, kunnen voldoen.
Neem Christus Jezus aan als uw Verlosser en Redder, Hij is de weg, de waarheid en het (eeuwig) leven en wij, wij zullen leven ook al zijn wij gestorven (Joh. 11:25-26)