Vasten is je eigen zorgen vergeten om vastberaden de weg te gaan waarop Hij is voorgegaan.

Je droomt van een wereld die baadt in een zee van Licht en vrede; een wereld waarin niemand wordt onderdrukt en waarin elke mens, ongezien huidskleur, identiteit, rang of stand, met open ogen vol liefde in ieder ander zijn innerlijke vrede en schoonheid ziet.  Waarin er in het stemgeluid steeds zoete tonen klinken en niemand meer in woede en haat een ander wil verminken.  Een wereld waarin zelfs de wolf en lam elkanders vacht strelen en ongekunsteld in oprechte broederliefde (dierenliefde) elkander aaien.  Een wereld waar er niemand meer mens of dier dient te vrezen. 

Die Weg is lang en smal, bezaaid met duizenden struikelblokken.  Vrees die Weg te gaan ook al is hij soms moeilijk te belopen. Als jij, door ‘t ruwe overmand aan ‘t wankelen gaat, reikt Hij jou Zijn trouwe Hand en leid  je door de stormen heen over de ruwe wegen en langs de ontelbare gevaren, als jij grijpen wilt wat Hij je biedt.

Vasten kind, is de Weg durven gaan die Hij is voorgegaan, niet rouwen in ontsteltenis om wat je overkomen is, maar ondanks leed en pijn, terwille van Hem, je glimlach en vrede bewaren.  Je eigen verdriet vergeten om een steun te zijn voor je naaste; voor hen die verteren omdat zij niet durven bouwen, niet durven vertrouwen op Zijn Goddelijk Zijn.

Als jij door je aanwezigheid en fijngevoeligheid hun lijden doorbreekt ondanks je eigen noden, dan is het vasten op jezelf dat spreekt.  Dat is jezelf geven opdat anderen meer zekerheid zouden krijgen in hun eigen leven; opdat ook zij op zouden staan om  Zijn Weg tot het einde te gaan.  Hij vraagt geen offers die men brengt in haast en onverschilligheid als betaling voor verkregen gunst.  Hij vraagt geen offers die het geweten willen sussen omdat men denkt: ‘ ik heb mijn plicht gedaan’.  Wat Hij verlangt is dat een ieder leert zichzelf als offermaal te schenken zonder te bedenken welke tegenprestatie men mag verwachten voor elke goede daad.

De waarde van een goede daad gaat verloren als men behendig aan’t rekenen gaat en men zijn daad als gunstig voordeel gaat beschouwen.  Ook al lijkt het loon erg groot, het is altijd minder dan datgene wat Hij als loon de Zijnen voorbehoudt.

Mens toch, wat is je vasten klein, ondanks dat je denkt ‘wat is mijn offer groot’.
Mens toch, wat is je liefde klein als je telkens de inspiratie van jezelf verlangt te zijn.

Vast in daden waarmede je een ander wilt versmachten
Vast in je doen en laten, als je hiermede de vrijheid, de blijheid, de vrede van een medemens kunt kraken.
Wees zacht in je gemoed.
Wees sterk en krachtig, niet in macht, maar in het willen verzaken aan zondig geweld.  Dan zal Hij je in Zijn liefde verheffen; je hart met vrede treffen, zodat je vrede zal worden in Hem.  Dan zul je het vasten niet als een juk beschouwen maar als een goede daad.  Dan kun  je werkelijk aan vrede bouwen en door de kracht van je stralend vrede-zijn zullen ook anderen zich laten bewerken om zich in Zijn vrede te sterken.  Dan zal de aarde niet langer zuchten en bezwijken onder troosteloze tranen, als ieder mens Zijn afgezant van vrede wil zijn.  Amen.

Jesaja 58, 1-12
Psalm 51, In geschenken hebt Gij geen behagen etc.

23.02.1996

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn