De titel van deze overdenking komt uit een kerkelijk lied en lijkt ietwat ouderwets. Toch zit er veel waarheid in, waarheid waar wij mensen vaak aan voorbij lopen omdat we niet onze zegeningen maar onze tekorten tellen.
Ik ging vorig jaar november voor in de uitvaart van haar echtgenoot, ik kende hen wel maar van een afstand. Na deze uitvaart leerde ik haar beter kennen en ontwikkelde zich tussen ons vriendschap. We zagen elkaar niet elke dag maar deden steeds vaker iets gezelligs samen. Op een dag kreeg ik een telefoontje van een buurvrouw: “heb je het al gehoord?” vroeg ze mij. “heb ik de hoofdprijs in de staatsloterij” vroeg ik droogjes. “nee, Riet is vanmorgen gevonden, overleden aan een hartstilstand”. Dat was wel het laatste wat ik had verwacht en tot mijn schande beken ik u dat mijn uitroep in schrik niet voor herhaling vatbaar is.
Ze had anticiperend op een eventueel overlijden brieven achtergelaten waaronder een voor mij, waarin ze mij vroeg haar uitvaart te willen leiden. Dat heb ik met liefde voor haar gedaan, maar het besef van de leegte die ze achterliet kwam daarna.
Beste lezer, ik ben maar een mens net als u. Ik ging door een aantal emoties, waarvan de meest overheersende een gevoel van zelfmedelijden was. We hadden het leuk met elkaar maar het duurde dus maar acht maanden. Eigenlijk vond ik dat oneerlijk en was ook een beetje boos op God. Had het niet wat langer mogen duren, oh ja ik wist dat ze haar man miste, dat ze de avonden alleen naar vond en dat ze vaak de slaap niet kon vatten. Maar ik was op dat moment heel egocentrisch toch het meest begaan met mijzelf.
Tot ik iets besefte. Deze negatieve emotie had de leuke tijd, al duurde die dan ook maar kort, totaal overschaduwd. Dankbaarheid voor het samenzijn en de gedeelde vreugde kwam al helemaal niet meer aan bod. En ook bidden werd min of meer tot een klacht, een verwijt aan onze Heer.
Ieder van ons kent gemis of gaat gemis kennen. Leven is verandering en die verandering is lang niet altijd leuk. Ik bid dat u niet blijft steken in zelfmedelijden, dat u daar uit komt en net als ik zult beseffen dat de tijd met elkaar gedeeld in vriendschap en liefde een tijd is om te koesteren en dankbaar voor te zijn. Dan kun je zeggen dat je bent geworden wie je bent omdat daar die ander was, hoe lang of hoe kort ook.
Kortom, deze vriendschap duurde kort, maar ook al had ik dit van tevoren geweten dan had ik haar toch niet willen missen. Het zelfmedelijden is weg, ik dank God dat deze vriendschap er was. Alleen wat in liefde werd gedeeld heeft eeuwigheidswaarde en dan is het niet het belangrijkste hoe lang het duurde, wel de intensiteit ervan.
Leeft u nu in leegte en in gemis, geef het verdriet toegang (ook Jezus huilde bij het graf van Lazarus). Het zou niet goed zijn als u het verdringt maar blijf er niet in steken, na de rouw komt de herinnering en hopelijk is dat een liefdevolle en altijddurende bron van vreugde.
Wees dankbaar dat God mensen in uw leven gaf waarmee u een tijdje in liefde onderweg mocht zijn.