De gelovige én de ongelovige hebben geen kwaad van God te vrezen, althans niet in het aardse leven. Immers Hij laat het regenen en laat de zon opkomen voor alle mensen, goed en kwaad. Daarom geloven wij dat God eeuwig is. God heeft geen lichaam zoals soms wordt gedacht. God is een onzichtbare kracht, die één is met het gehele universum en daarbuiten. Eén met de natuur, één met ons en wij met God.Bovendien is Hij een scheppende kracht, die nooit ophoudt. Daarom kunnen we beter onze gedachten en onze doelen die wij nastreven meer geestelijk dan fysiek nastreven om niet in de “verleiding” te komen met kwade wereldse zaken. Dat wij een dienende taak hebben naar God en onze naasten toe moge duidelijk zijn. Het is daarom gepast om steeds onze dankbaarheid te tonen en vooral niet te oordelen. Een gedicht:  

Ondoorgrondelijk zijn Gods wegen 

Ondoorgrondelijk zijn Gods wegen,
ik kijk verstomd naar zijn beleid.
Het is mij zeker niet gegeven,
te oordelen in dom verwijt.

Dat ondanks alle wereldrampen,
ik niet in opstand komen zal.
Dat mijn geloof niet zal verkrampen,
Zijn naam blijf prijzen overal.

Hij schenkt in leven en in sterven,
een zegen groots en ongekend.
Eéns dat landschap te bëerven,
aan wie zijn zonden heeft bekend.

Wie aan een oordeel zich vertilt,
en zichzelf wil overstijgen.
Zeg dat je dat niet hebt gewild,
in zijn Genade wilt verblijven.

Wij weten ééns komt alles goed,
het leven duurt een eeuwigheid.
Wij hebben lief zoals dat moet,
in de ons toegemeten tijd.
 

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn