Hoofdstuk 10    
In dit hoofstuk maken wij de circel rond! God is geen mysterie, en ook nooit geweest. De bron en levensadem van alle dingen, die een eenheid vormt ook met ons, en is wie wij zijn; met alles in allen zijn wij in harmonie met de Almachtige. Wij danken God dat alles gemaakt is uit het niets en dat zijn Geest nog steeds zweeft boven de wateren. Diep in ons zelf treffen wij hem aan en onderzoeken de beginselen van goed en kwaad, om het goede te behouden, en het kwade van ons af te schudden.Wij jagen geen aardse schatten na, zoeken de vrede, de liefde en laten ons ego los. Wij nemen een voorschot op ons tijdloze bestaan waarin geluk, rust , dankbaarheid, en dienstbaatheid centraal behoren te staan.Wij kiezen de vrijheid zo te leven in dienst van die grote kracht die God heet. Koester dan je oerspiritualiteit  voordat  “jij” er was, en wees trots op je innerlijke geloof. Alles is op weg zodra het begint om terug te keren naar zijn oorsprong. Niets blijft ongestraft, niets blijft onbeloond. Een echt geloof deugt, een echt mens deugt, heeft geen haat en zet niet aan tot haat. Leef de goede weg, blijf ingetogen, maar leef !   

Een gedicht:

Tussen je herkomst en je toekomst,
ligt een onbekend tafereel.
Waarbinnen je gezien je herkomst,
geen inzicht hebt in het geheel.

Binnen de muren van dit schouwspel,
zingen de gebekte vogels.
Alleen hun goden zijn in tel,
en zij belijden dit met kogels.

Kortstondig is het aardse leven,
waarin je tussen goed en kwaad,
je eigen wereld kunt beleven,
een keus voor liefde of het kwaad.

De goden zijn geruisloos stil,
omdat verwarring onrust brengt.
Wie is de mens van goede wil,
die tranen om een ander plengt.

De mens die opstaat om te delen,
de aardse schatten met elkaar.
De goden tot één God te helen,
die vrede brengt zonder gevaar.

De leerschool van het leven zegt,
respect te hebben voor wat leeft.
Wie daar geen waarde meer aan hecht,
heeft nooit geluisterd,.. nooit geleefd.

 

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn