Oogsten

De herfst vind ik altijd een mooie periode. Het is een tijd van terugblikken op wat het jaar gebracht heeft. Het is ook een afsluiting van de periode van oogsten. De gewassen zijn binnen en zullen ons de winter door helpen.

Jaarlijks wordt in november in onze kerk de Dankdag voor het Gewas gevierd. Het is goed om dan weer te beseffen hoe mooi de schepping in elkaar zit en dat we daar dankbaar voor mogen zijn.
We zijn in ons welvarende land erg gewend geraakt aan schone lucht, vers en helder drinkwater en een overvloed aan producten en gewassen uit ons land en van elders. Helaas is op de meeste plaatsen in de wereld die situatie niet zo vanzelfsprekend.

Dankbaar voor en stilstaan bij onze overvloed zou eigenlijk vergezeld moeten gaan van een gevoel van onbehagen dat veel andere mensen in kommervolle leefomstandigheden verkeren, met schaarste aan water en voedsel. Het is opvallend dat in reportages op televisie mensen in arme leefomstandigheden vaak dankbaar en blij zijn met datgene dat zij ter beschikking hebben. Blijmoedig wordt het schaars beschikbare voedsel dan ook nog gedeeld met andere mensen die hen bezoeken.

Zijn wij in onze welvarende omstandigheden nog wel echt dankbaar voor wat de schepping ons gebracht heeft? Zijn we vergeten dat alle voorspoed niet vanzelfsprekend is?
Voor de ouderen die barre tijden zoals de oorlog hebben meegemaakt geldt dat niet, maar hoe is dat besef bij de jongere generaties die in een bevoorrechte situatie van overvloed zijn opgegroeid?

Gaat onze toenemende uiterlijke welvaart niet gepaard met een toenemende innerlijke armoede? Bedoelde Jezus dat met de uitspraak in Lucas 6:25. ..’Wee u, die nu overvloed hebt, want gij zult hongeren’…?
Is onze overvloed dan een bedreiging? Nee, denk ik, maar je bent eerder geneigd het stoffelijke vanzelf sprekend te vinden en het geestelijke op de tweede plaats te zetten.
De overvloed schept een verantwoordelijkheid om te delen met minderbedeelden. Dat past bij naastenliefde.

Als we in het najaar terugkijken kom ik ook op een andere gedachte.
Hebben wij in de betekenis van 'opkomen voor elkaar of tijd hebben voor elkaar' ook gezaaid en geoogst?
Dat zijn moeilijke vragen die het hele jaar door aan de orde zijn.

Het innerlijk voedsel dat Jezus ons verschaft maakt ons duidelijk dat de mens niet van brood alleen leeft. Het gaat in de eerste plaats om aandacht en liefde voor elkaar.

Aandacht voor elkaar mogen we elke dag zaaien en kunnen we ook direct als goed gevoel oogsten.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn