Ons spreekwoord is meestal “wat u niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet”. Natuurlijk is dat goed, als wij geen verdriet willen hebben dan doen we anderen, volgens deze richtlijn, ook geen verdriet. Hierbij moet wel worden aangemerkt dat wij mensen zijn die onze daden en gedachten soms slecht in bedwang kunnen houden. Onze eerste impuls, als iemand ons pijn doet, is terugslaan en liefst nog een beetje feller dan dat wij werden geslagen. Er zijn maar weinigen die de minste willen zijn, waarbij het maar helemaal de vraag is of de minste altijd de verliezer is. Ik denk het niet, maar vaak voelt het wel zo. 

Jezus ging hierin nog een beetje verder door te zeggen dat wij aan anderen moeten DOEN wat wij willen dat zij aan ons doen (Matt. 7:12). Dus niet een onthouden van de negatieve zaken maar een actief doen van positieve zaken. Het is niet voldoende om als een ander ons pijn doet geen tegenactie te ondernemen, maar hier wordt ons gevraagd om als wij met liefde willen worden bejegend ook die ander met liefde te bejegenen. En dan kom je automatisch uit bij het “hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen” (Matt. 5:44-47) Hoe moeilijk is dat?
Wellicht is dat bijna ondoenlijk voor een mens maar in het verlengde hiervan ligt dan “niet mijn wil, maar Uw wil geschiede”. En daar valt of staat onze instelling mee. Zelfs onze Heer vocht hiermee in Gethsemané, maar Hij gaf Zijn wil in handen van Zijn en onze Vader. Niet omdat het moest, maar omdat elke andere weg een doodlopende weg zou zijn. Om onze wil in Zijn handen te leggen moeten wij eerst weten wat die wil is. Die wil is liefde voor Hem op de eerste plaats en voor onze naasten. (Uiteraard geldt deze liefde ook Zijn schepping waarover wij het beheer hebben gekregen). En dat brengt ons dan weer bij de 10 geboden waarmee de cirkel rond is. Alles hangt met elkaar samen met als fundament de liefde (Matt. 22:34-40)
 

Om die liefde vol te houden hebben wij Gods hulp hard nodig want wij zijn uit onszelf vaak niet zo heel erg barmhartig en vergevingsgezind. Wij vinden het vaak al goed als we anderen niet bewust kwetsen, als we kwaad niet met kwaad (kwader) vergelden. “Wat u niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet” gaat voor ons vaak al ver zat. Dan is wat onze Heer vraagt vaak net een brug te ver, want hoe heb je iemand lief die jou niet liefheeft, die jou kwetst? Maar,  hoe vaak zijn wij voorbijgegaan aan Zijn liefde, Zijn wil, om onze eigenliefde te bevredigen? Hoe vaak hebben wij Hem gekwetst en toch blijft Hij van ons houden, wil ons zelfs vergeven.

Elke keer als ik besef weer eens gefaald te hebben en toch geliefd te zijn krijg ik een brok in mijn keel, zoveel liefde, zoveel barmhartigheid, zoveel vergeving. Dat is onze God in Jezus, Hij doet aan ons zoals Hij wil dat wij aan Hem en aan anderen doen: LIEFHEBBEN !

 

Dat betekent ook dat wij de weerlozen beschermen, de treurenden troosten, de hongerigen voeden, de minsten bijstaan.

Dat betekent niet dat wij alles goed moeten vinden/praten, de daden kunnen verdorven zijn maar de dader mag niet gehaat worden, hoe moeilijk dat ook kan zijn. Het oordeel over een mens komt ons niet toe, dat is aan Hem en daar moeten wij het laten.

 

Daar waar dit voor ons alleen te moeilijk is zal en wil Hij ons helpen als wij het Hem vragen.

Laten wij dus niet eigenzinnig zijn en in eigen kracht doormodderen want waar wij falen daar slaagt Hij!

 

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn