Mijn tante was zuinig. Daar is niets mis mee, je hoeft je geld niet over de balk te gooien. Maar zij kon echt geen cent uitgeven, niets voor zichzelf en ook niet voor een ander. Ik dacht eigenlijk dat ze niet zoveel geld had en dat dat de reden was waarom ze nooit iets extra's kon kopen. Als je er op de koffie kwam kreeg je vaak niet eens een koekje. Toen ik op de basisschool kinderpostzegels aan haar wilde verkopen, zei ze botweg "nee" tegen me.
Pas geleden is ze overleden. Ze was niet getrouwd, had geen kinderen en om een lang verhaal kort te maken, mijn broers, zus en ik en nog een paar neven en nichten hebben bericht van de notaris gehad dat we haar erfgenamen zijn. Er was veel te erven! Daar keken we van op. We kunnen er in ieder geval allemaal iets moois van kopen en dan houden we nog eens een behoorlijk bedrag over om ook anderen die het nodig hebben er in te laten delen!
Arme tante. Wat heeft ze zichzelf en anderen tekort gedaan. Nooit geleerd om te delen. Rijke tante? Arme tante!
 
Wil je weten wat God van geld vindt: Het gaat er God om hoe iemand omgaat met zijn bezit. Bezittingen passen in Gods plan om ons te leren verantwoording te dragen en beslissingen te nemen. Hij vraagt ons wel hoe we met die rijkdom omgaan. Wie rijk is, is dat volgens de Bijbel om goed te doen en vrijgevig te zijn (1Timoteus 6:6-19). Want rijk of minder rijk, je mag je binnenste nooit afsluiten voor die ander.


Cobie Verheij � de Peuter
2004
 
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn