Heb jij wel eens die beelden op de televisie gevolgd van overstromingen? Rivieren die buiten hun oevers traden, vloedgolven enz enz. Je zag mensen drijven in het water. Je zag mensen zitten in een boom, vastgeklampt alsof ze nooit meer los zouden laten, mensen klommen op auto’s. Iedereen zocht naar houvast, maar velen werden meegesleurd door het stromende en kolkende water.
Stel je nu eens voor dat we met z’n allen in dat water beland waren. Jij en ik en ieder om ons heen. Maar wij kregen de kans om houvast te vinden. Wij zagen die boom en grepen de mogelijkheid om veiligheid te vinden, wij benutten die kans. Wij klommen in die boom en klampten ons vast.
Het is daar heel veilig. En wij laten die boom die ten leven leidt nooit los. Dat is een ding dat zeker is, maar er drijven velen rondom ons. Zij hebben hun handen uitgestrekt en schreeuwen om redding. Zij hebben een trek om hun mond van angst, het is in hun ogen af te lezen, zij gaan verloren. Jij weet het en ik ook.
Durven wij een hand uit te steken naar één van die vele drenkelingen? Durven wij onze hand te reiken en iemand mee te trekken die boom in? Of houden wij goed vast en zorgen wij dat wij het in elk geval halen. Ja je weet het maar nooit, reik je een hand en trekt iemand jou mee het water in, mee de stroming in, dan ben jij ook verloren.
Toch is het in het evangelie belangrijk dat wij anderen bereiken, dat wij mensen meenemen en brengen bij de Boom des Levens, Jezus. Dat wij hen redding aanreiken. Hen vertellen waar ze naartoe moeten gaan, waar ze hun houvast kunnen vinden, houvast tot redding en behoud. Mensen zullen altijd proberen om je mee te trekken naar de wereld. Ze zullen je proberen over te halen om mee te doen om God de rug toe te keren en die veilige plek los te laten. Het is aan jou wat je doet. Houd jij vast aan die veilige plek en strek jij je tevens uit om anderen op het droge te trekken? Zij zijn op weg om verloren te gaan en wat doen jij en ik?