“dan bot hij weer uit, zodra hij water ruikt, en schiet twijgen als een jonge plant.” Job 14 vers 9
Uit het verhaal van Job kunnen we veel bemoediging en troost halen. Job had alles verloren. Zijn kinderen waren omgekomen, zijn vrouw raakte verbitterd en kon hem alleen nog maar verder ontmoedigen door te zeggen: “Zeg God vaarwel en sterf!” (Job2: 9b) Het geloof werkte voor Job als het ware als therapie bij het verwerken van zijn tegenslagen. Het was ook het enige wat was overgebleven na alle rampen die hem overkwamen. Maar het was vooral de God in wie hij geloofde. Hij was ervan overtuigd dat alles wat hij had aan bezittingen en gezin, van God kwam en dat God dus ook alle recht had om dat wat hij had, terug te nemen. Met beslistheid antwoordde hij ook zijn vrouw met de woorden: “Zoals een zottin spreekt, spreekt ook gij; zouden wij het goede van God aannemen en het kwade niet?” (Job 2:10)
Ze weigerde te aanvaarden dat haar man blindelings de tragedies van zijn leven verdraagt. Als lezers houden we er meestal ook geen rekening mee dat zij mede-slachtoffer is van deze goddelijke beproeving. Voor haar moet het toch een kwelling geweest zijn om haar man met stinkende zweren over zijn hele lichaam te zien. Maar voor Job was het geloof in God de geur die hij rook en die boven de geur van zijn wonden uitstak.
Aan het eind van zijn lijden en worstelingen kon Job met verwondering en diep ontzag tegen God zeggen: “Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu heeft mijn oog U aanschouwd.” (Job 42:5)
Hoe moeilijk moet het zijn om getrouwd te zijn met iemand die niet gelooft of die wel gelooft, maar het opgeeft als er beproevingen komen.
Praktisch gezien: Hoe reageren wijzelf als iemand in onze omgeving beproefd wordt? Staan we klaar met oordelen? Hoe wil je zelf bemoedigd worden als je beproefd word? Hoe reageer je zelf? Als Job of als z'n vrouw?
Wees bemoedigd!
Ursula Moestapa