In het centrum van het kerkdorpje waar ik woon ligt een vanuit mijn vensters deels waarneembaar grasveld met een aantal bomen. Enige tijd voor de kerstdagen opende ik een jaloezie en ontwaarde dat mensen er in de weer waren met houten planken. ’s Avonds, die jaloezie sluitend, straalde een grote, dúbbele ster me in het donker tegemoet. 
Op weg voor inkopen zag ik kerstboompjes bij het ontstane bouwsel met achterwand en overkapping. Daarin en ervoor kerstfiguren: Maria en Jozef, hun pasgeboren kindje in een voederbak, enkele herders en schapen.

Die beeldengroep was nog een tijdlang, bijna zwart geworden, overwoekerd door klimop, zichtbaar geweest in de tuin nabij de inmiddels gesloten dorpskerk, mits je heel goed keek. Het lag in de bedoeling om de beelden naar de vuilnisbelt af te voeren. Er kwamen bovendien talloze barsten, scheuren en verminkingen aan het licht tijdens de voorbereiding hierop. Al bijeen was het voor mij een symbool van vergane glorie. In plaats van het kerstkind deed de kerstman zijn intrede, waardoor kerstmis in de loop der tijd een commercieel feest werd. Jezus is veelal niet meer het middelpunt bij het samenkomen en samenzijn.

Om na EenVandaag reclames te vermijden schakel ik vaak over naar RegioNED. Kort nadat ik dat vrijdagavond voor kerst deed, verscheen het mij bekende houten hutje op het scherm. Twee heren toonden in welke erbarmelijke staat ze de levensgrote beelden tijdens de opruimactie hadden aangetroffen. Ze vertelden over hun besluit en inspanningen om deze, hersteld en schoongemaakt, nieuw leven in te blazen. 

Blij dacht ik aan de adem van de Heilige Geest die Gods Zoon deed neerdalen in Maria’s schoot, alsook aan Gods adem die de mens het levenslicht doet aanschouwen. Zijn kerstgeschenk: adem, lucht en licht, reiniging en herstel, wil God steeds opnieuw in harten van mensen doen neerdalen. 

De verstilde figuren getuigen na jaren wederom van de Blije Boodschap en blijven dat middels een daarvoor opgerichte stichting doen zolang dat mogelijk is. Mensen die het centrum van Ewijk rond de kerstdagen aandoen werden en worden zodoende geattendeerd op Jezus' geboorte. Door deze uitzending was dat ook het geval voor talloze mensen die via de buis overwegend met nare items worden geconfronteerd. Van de vele kaartjes met wensen in de kerstboompjes werd ééntje getoond: “Dat alle mensen vriendelijk tegen elkaar zullen zijn.” Dát is kerst, ieder jaar het héle jaar door!

Job 19:25-27, Lied: “Ik zal Hem zien met eigen ogen.” Lucas 19: 38-40: De (straat)stenen roepen het uit.

 

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn