Inleiding Af en toe vloeit er een traan ben ik begaan met wereldleed dat ik niet kan verklaren en daarom snel vergeet dat goed en kwaad in woord en daad elkander evenaren mijn zonden denk te sparen terwijl ik drink en eet want alle dingen zijn gereed van het vergoten bloed ik weet dit voelt niet goed en het gebroken lichaam waarom in 's Hemels naam vloeit er steeds weer die traan! Hoofdstuk 1 Op zoek naar God! Een nieuw TV programma waar “bekende†nederlanders op zoek gaan naar God! Anno 2012 schijnt men God nog te moeten zoeken.In kloosters, het verre oosten,in kerken, in boeken enz. Op hol geslagen en arm van geest van waar zou God toch zijn. Moeilijk, moeilijk. Eigenlijk moet je zeggen op zoek naar jezelf. Waar is God, mensen kijk toch om je heen.Overal is God, overal. Alles wat je zintuigen zien, horen,proeven, en ruiken IS God! De natuur, met alles wat leeft, wat groeit wat bloeit, de kosmos, alles wat wij waarnemen is de presentatie en aanwezigheid van God. En niet het onbelangrijkste: daar horen wij zelf ook bij. Moeilijk? welnee, een kind kan de was doen. Kinderen moeten dit ook begrijpen natuurlijk. In bergen en in dalen, ja overal is God, zong je al als kind. Daarom moet je over het geloof ook niet moeilijk doen. Alles wat boven je verstandelijk vermogen gaat is God! God maakt zich bekend in het zichtbare, maar ook in het onzichtbare. Ons “bewustzijn†Allemaal hebben we het bewustzijn, een blik in onszelf van goed en kwaad, dat kan uitmonden in het “Godsbesef†zeg maar het geloof in God. Dit kunnen je wortels zijn van je voortbestaan, de basis waaruit je je geloof beleeft, uitgaande van een “eeuwig bewustzijn†Hier ligt het fundament, en richtsnoer van waaruit je je eigen geloof vorm wilt geven. Uiteraard, geheel vrijblijvend, en alle respect voor diegenen die dit niet zo willen beleven en niet in een God geloven.Vrijheid, blijheid. Een gedicht: Geloof en ongeloof. Zij waren vrienden voor het leven, de één gelovig, de ander niet. Hun instelling, die was om het even, toch was er één die God verliet. De natuur voor beiden heilig, hun idealen naar hetzelfde doel. Geborgen in God voelde de één zich veilig, de ander leefde meer op zijn gevoel. Een twistgesprek dat was verloren tijd, er was respect voor elkanders mening. Het onaantastbaar fenomeen ten spijt, bracht niet het geloof dat dit verving. Het ongeloof kent een bepaalde trots, een pantser tegen Goddelijke pijlen. Je bent oersterk, jij bent de rots, gevormd met eigen beitels en met vijlen. Doch beiden streefden naar hetzelfde doel, en waren dienstbaar naar hun medemens. Je kon niet kiezen tussen beiden op gevoel, maar één van beiden stopte bij Gods grens. Geen waardeoordeel wordt door ons gewikt, Gods wetten worden niet door ons gemaakt. Tenslotte is Hij die zo beschikt, wie er in hart en ziel wordt aangeraakt.