“…..en zij herkenden Hem, en zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, terwijl Hij tot ons sprak en ons de Schriften opende ?” (N.B.G. Lucas 24 : 32,32 )
Niemand kent Gods Monopolie.
Sommigen beweren het te hebben en heersen sinds eeuwen over hun mede-gelovigen.
Wat wij in deze eeuw, voorafgaande aan de komst van Gods nieuwe Koninkrijk op aarde moeten leren, is afstand nemen van onze zelfingenomenheid.
Wij moeten beseffen dat Gods liefde onvergankelijk is uitgestort voor en over alle creaturen van dit aardoppervlak, in de komst van Jezus en dat wij eerst Zijn heerlijkheid zullen mogen
ervaren, als wij schoorvoetend aan de ingang van Zijn Paleisdeur zullen staan, en na ons kloppen, beleefd willen vragen of wij binnen mogen komen. Dat heet bidden ! –
Op Gods initiatief wachtend, zullen wij dan ondervinden dat anderen samen met ons telkens een stap voorwaarts mogen doen in het ervaren van Zijn nabijheid. Hijzelf zal onze hand tenslotte vasthouden, en ons aanziende, zeggen: “Ik heb u gekend en uw loon is voor u klaargelegd. Gaat dan in tot de eeuwige vreugde van Mijn onmetelijke ruimte! Ontdek daar te zijn met allen die u liefhebben, en verwacht nooit meer iets van uw eigen, kleine kracht!
Die is hier uitgespeeld, maar op de aarde doen sommigen nog verwoede pogingen om elkaar in te halen. Door te beweren dat God met hen is, en door woorden te gebruiken die ijdel zijn. Ik laat ze maar begaan…..Tenslotte zullen zij ook ontdekken dat alle initiatieven hier in de hemel geboren worden, en dat geen ding begonnen is, zonder de wil van Hem, Die was, Die is, en Die komen zal!” –
Toen kwam, in mijn beleving, Jezus de voordeur binnen. Wij groetten Hem beleefd, en zagen Zijn moeder Maria, en Jozef, en al de Israëlieten en zonen en dochters vanaf de tijd dat Adam en Eva wandelden in de Hof. Zijn hartverwarmende aanwezigheid dronken wij als het ware op, en wij verzadigden ons in de gedachten aan heerlijke toekomst- perspectieven, welke Hij ons ontvouwde. –
Daarna sloegen wij de ogen op, ook ikzelf die er bij mocht staan. Ik zag mijn broeders en zusters met betraande ogen. “Dit is éénheid in Christus!” zuchtten wij hartstochtelijk, en wij voelden dat wij de nieuwe dag weer in mochten gaan.
“God, geprezen zij Uw Naam door heel de Schepping!”
………….…………………………………………………………………………………………………………………………………
N.B. De tijd van de Emmaüsgangers is voorbij. Wij leven weer in de tijd naar Kerstfeest toe, in een verscheurde wereld. Krachten en machten sterker dan wijzelf omringen ons.
De bijbel zegt: “De eeuwige God is u een woning !” Laten wij als christenen elkaar bemoedigen met die aloude Boodschap. De liefdevolle God en Vader van de Heer Jezus Christus en van ons allen, is met ons nu en tot in eeuwigheid! Amen.
…………..………………………………………………………………………………………………………………………………..