Maria en Jozef waren in Bethlehem, de stad van David en mochten overnachten in een dierenstal. Ja, ze mochten daar overnachten, het was de goedheid van een herbergier. Weldra brak het moment van haar bevalling aan en Maria bracht een zoon ter wereld die ze Jezus moesten noemen. Ze wikkelde hem in doeken en legde hun kind in een kribbe, een soort voederbak. Alleen de dieren op aarde waren getuigen en keken stil toe. Verderop brachten herders de nacht door bij hun schapen. Ze dommelden net weg toen er een engel bij hen kwam en het veld werd verlicht door een stralend licht. Het was geen aards, maar een Hemels licht van God onze Schepper. De engel stelde de herders op hun gemak: “wees niet bang, ik kom met goed nieuws dat de wereld zal blij maken, want vandaag is in Bethlehem een kind geboren, Hij is de Zoon van God en is geboren om de mensheid te redden. Ga op weg en jullie zullen een pasgeborene vinden die in doeken gewikkeld in een kribbe ligt. Van uit het Hemelse licht klonk: Ere aan God en vrede op aarde voor alle mensen die Hij liefheeft.
De herders gingen op weg en in een dierenstal zagen zij een Hemels licht schijnen op een kribbe waarin een kind in doeken gewikkeld lag.
Vandaag worden er nog steeds kinderen geboren die geen huis en haard hebben. Nu wordt er geld ingezameld voor ontheemden, helaas bereiken deze goede gaven niet altijd de juiste personen. Is er dan niets veranderd sinds de geboorte van de Messias?

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn