Op een dag werd ik bepaald bij het onderwerp verdraagzaamheid. En terwijl ik daarover nadacht was het alsof God zei: Mijn kind, verdraagzaamheid is een teken van liefde. Wees steeds geduldig en verdraagzaam. Wees op je hoede voor laksheid.
Ik was verbaasd, want wat wordt bedoeld met laksheid?
Na enige tijd werd het me duidelijk: Laksheid is zwijgen terwijl voor je gevoel het nodig is om te spreken, om recht te zetten wat krom is. Hoe vaak heb ik niet in het verleden geroepen: Maar Heer, ik kan niet rechtzetten wat krom is. Telkens wanneer ik tracht te rechten wat krom is krijg ik de indruk dat ik het tegendeel bereik en het kromme nog krommer wordt. Werd ik daarom bepaald bij zwijgen, omdat zwijgen vaak beter is dan spreken?
Ik weet maar al te goed dat zelf rechter spelen niet naar Gods wil is. Hij zal zeker zeggen: Jullie moeten niet zelf willen rechten. Bid en vertrouw en laat Mij het werk doen. Hoe vaak hoorde ik niet die zachte stem in mij die zei: Waarom denk je dat jij het moet doen? Je voelt je onmachtig. Maar dat ben je ook Mijn kind! Maar Mijn Almacht is onvergankelijk groot. Steun hierop! Iedere vergankelijkheid is stoffelijk, ieder wezen is broos. Alleen de toegevoegde waarde van Mijn grote Almacht maakt mogelijk wat voor jou onmogelijk lijkt.
Ik begreep het niet, welke toegevoegde waarde werd hier dan bedoeld?
En weer bleef ik met deze vraag worstelen en werd het me na een tijdje duidelijk. De Almacht respecteert de vrije wil die Hij als een luisterrijk geschenk aan ieder van ons heeft gegeven. Zijn toegevoegde waarde is een aanvulling op onze onmacht, onze tekortkomingen, niet om ze ter zijde te leggen, maar om te gebruiken, want zo groot is Zijn liefde, zo almachtig groot dat Hij nooit loslaat wat Hem toebehoort. Wij hebben ons aan Hem gegeven. Als een zuivere vrucht hebben wij ons aan Hem geschonken. De gave van de genade berust op de zekerheid ‘Ik behoor aan Jezus’. Wie zou ons kunnen roven!
Zegt Hij niet zelf:
Ik leid Mijn volk. Ik weid Mijn schapen.
Ik zegen jullie allen met de volheid van Mijn Woord.
Ik draag zorg voor al wat Mij is toevertrouwd.
23.11.91